
Modern naakt. De zaden overlangs gestreept. Het zaadpluis
gevederd» met eenen dunnen steel. DC.
r 85g.° beemd Boksbaard, met onbehaarde, aan den voet
’ gegroefde , bladen , het omwindsel een weinig langer
dan de straal der bloemkroon, de bloemstee-
len rolrond aan den top. DC.
De bloemen zijn geel.
PI. Op vele plaatsen in de weiden, aan dijken en in de
duinen,
860. preijbladige Boksbaard, met een 8-bladig omwindsel,
langer dan de zeer vlakke bloemkroon,
de steng gestrekt en onbehaard. DC.
, De bloemen zijn violetblaauw. De zaden zijn
grooter en het zaadpluis is langer gesteeld, dan
in de vorige soort.
PI. Aan de kanten der koornlanden tusschen Beetgum en
Marsum in Vriesland. M. Bij Bolsward in Vriesland, v a k
d e r k o l k ! Veel buiten Amsterdam op den ringdijk van
den Diemermeer. K, vH. Bij Breda K.
34o. Me l k d i s t e l . Het omwindsel is langwerpig, over-
eenliggend, aan den voet eirond. De vruchtbodem naakt.
De zaden overlangs gestreept. Het zaadpluis kort, ongesteeld,
harig. DC.
861. moeras Melkdistel, met de bloemsteelen en omwindsels
stekelharig en bijkans schermvormend, de
bladen schaafswijs-uitgesneden, aan den voet pijl-
vorinig. P. ■
In deze en de volgende soort zijn de bloemstee-
den en omwindsels met klierachtige en gele haren
bedekt.
PI. Op vele plaatsen aan de kanten der slopten en op
vochtige gronden.
86a. akker Melkdistel, met de bloemsteelen en omwindsels
stekelharig , bijkans schermvormend, de
bladen schaafswijs-uitgesneden, aan den voet hartvormig.
P.
De wortelbladen zijn schaafswijs-uitgesneden,
met versmalden voet; de stengbladen eenigzins
slippig, somwijlen gaaf, stengomvattepd, alle
doornachtig-geWimperd.
PI. Op akkers, oude muren, en in vochtige streken algemeen.
Persc/i. (3. mét smaller bladen. G-.
P l. In de duinen van Holland; te Muiderberg.vH.
863. moes