
■ / te.11/^
/r^L fZ ? $ . - M , n y/ y / .
f i j& f ; MrJt. y t j. jfrffö
J ?
/ r r . * ' I J ) U 4 -
//7. r f — J
2 J 1 -6 ■
, , v 6 J ? ' ■ ' / ’ / J i . 3 ./). Kt o ) . C/fC/f l
* / ' / C jy ^ ^ u - (r~ /Cu/777 f //L w ) v y lt-o f-
^ y i'T y ^ y Y - gv^‘^tp'^ ÉiW ^/> "^H '
: * ^ c £ . rS /> ■
J - t
m
Persch. s. langbladig, met de bladen gesteeld, alle ondergedoken,
in lange en evenwijdige slippen verdeeld. DC.
PA In den IJssel op verscheidene plaatsen; overvloedig
in het Spaarne bij het huis te Heemstede. G. Bij Zeijst.
R! Op verscheidene plaatsen in den krommen Rhijn bij
Utrecht en Wijk te Duurstede, en elders in slroomend
Water. vH.
### De zaden stekelig of scherpgeschubd; de
bloemen geel.
v654. akker Ranonkel, met stekelige zaden, de bovenste
bladen tweewerf-verdeeld en lijnvormig. DC.
PI. In de bouwlanden op vele plaatsen*
655. scherpgeschubde Ranonkel, met stekelige zaden,
de bladen eenvoudig gelobd stomp en onbehaard,
de steng uitgespreid. DC.
PI. In Vriesland het meest op de klei in laagten en aan
uitwateringen. M. In de duinen van Waasdorp bij sGra—
venhage. c o l it z i (M ss.) , , ,
656. kleinbloemige Ranonkel, met scherpgeschubde
zaden, de bladen eenvoudig slippig spits en ruig,
de steng uitgespreid. DC.
PI. Inlandsch volgens b o e r h a a v e . f
361. Boterbloem. Geen kelk. De bloembladen ten
minste vijf in getal. Vijf tot twaalf veelzadige , zamenge-
drukte, gespitste én openstaande zaden. DC.
657• water Boterbloem, met hart-niervornïige bladen,
de steng regtstandig. P.
PI. Veel in vochtige weilanden.
Versch. (3. kleiner, met bijna i-bloemige, opgaande
steng. DC.
Öe oortjes der bladen, de bladen zelve en.de bloemen
zijn de helft kleiner dan in de gewone plant. DC.
Pl. In moerasgronden te Maarsbergen bq Doorn. PPBOis!
GEP
C-r/fe-y-S. J