
## De za&ddoozen onbehaard.
. Ck3. klaprozen Maankop, met onbehaarde bijna kogelronde
zaaddoozen, de steng veelbloemlg en
behaard, met openstaande baartjes, de bladen vin-
deelig ingesnede'n, de stempel met 10 stralen. P.
PI. Algemeen in de koornlanden.
614. aanverwante Maankop, met onbehaarde langwerpige
zaaddoozen, de steng veelbloèmig, met de
Stekèlhaartjes van boven aangedrukt, van onderen
openstaande, de bladen vindeelig ingesnteden, de
Stempel met 7 stralen. DC.
PA Op zandige bouwlanden en wegen bij Arnhem, Harderwijk,
Haarlem , Naarden, Nootdorp, Groningen en
andere plaatsen. vG. Bij de Bild, Zeijst en Driebergen;
te Velp en Rheede boven Arnhem. vH.
6 15. slaapwekkende Maankop-, mét kogelronde zaad-
doiozen, even als de k e lk , Onbehaard , de bladen
stengomvattend ingesaeden onbehaard, blaauw-
achtig van kleur. DC.
PI. In de bouwlanden, tusschen het ko'orn, bij Zwbl,
Üilenpas en elders. G. Bij Nijmegen. B. Bij Warmond
en Wassenaar, muedeu. Bij Haarlem-, op de wallen
van Utrecht, doch zeldzaam. vH.
s4g. Peompen. De kelk-is 4-5-bladig. 1 De bloemkroon
veeibladig. De stempel gestraald en ongesteeld. Eene
veelhokkige vrucht, met veelzadige hokjes. P.
616. gele Plompen, met hartvormige gaafrandige
bladen, met elkander naderende lobben, de kelk
5-bladig, langer dan de gele bloembladen. P.
PI. Algemeen in staande wateren. Versch. (3. kleiner, met even groote bloem, bauh, — G .
PI. Bij Oldbroek en in den ouden IJssel in Gelderland;
bij Rotterdam, Gouda, Schoonhoven, Leerdam en
elders. G.
617. witte Plompen, met hartvormige gaafrandige
bladen, met ronde over elkander liggende lobben,
de kelk 4-bladig,korter dan de witte bloembladen.DG.
PI. Bij de vorige, doch niet zóo menigvuldig. G. vH. Versch. (3. kleiner, b a u h . — -G>:t
PI. Tusschen Muiden en Naarden, binnendijks in de
braken. G.
25o. L indenboom. Dedïelk is afvallende, 5-dcelig» Vijf
"* C c 4 bloem