
8i8. zwarte Orobus, met eene getakte kantige steng,
de' bladen gevind, met 4 tot 6 paren eironde
blaadjes. DG.
De géheele plant wordt doof bet droogen zwartachtig.
De bloemen zijn van 4' tot 8 in getal op
denzelfden bloemsteel, terwijl'zij in de Inollige
Orobus niet meer dan van i tot 4 in getal zijn.
PI. In de bosschen van Beek en Übbergen, met de vorige
soort. B. bij vH.
L a t y r u s . De kelk is 5-spIetig , de beide bovenste
slippen de kortste. Het stijltje vlak , aan den top een wei-
!D!»; breed , van voren ruig of zachtharig. De peul lang-
werpig.,'*veelzadig. DC. ^ .. ..
Be steng is meestal gewiekt. De blaadjes zijn 2 ot
I niser in getal, met een meestal verdeeld lila wier aan dén
top van bet blad. P.
# Eenjarige planten , met i-bloemige bloemsteelen.
8ia. naalte Latyrus, met ï-bloemige bloemsteelen,
de jklawiereq zonder blaadjes, de steunblaadjes pijl-
harivormig. P.
tl. Öp de nieuwe Plantagie langs de Maas bij Rotterdam.
RAINVli-LE bij G.
## Overblijvende planten, met veelbloemige
bloemsteelen.
820. aar daler Latyrus\ met 5-6-bloemige bloemsteelen
, de klawieren met 2 stompe, bijkans ongenerfde,
gepunte blaadjes , de'-wortel knollig , eetbaar,
— De bloemen rood. DC.
Tl. Op bouwlanden in kleigrond op vele plaatsen.
021. veld Latyrus, met 2-8-bloerrtige bloemsteelen ,
de meestal onverdeelde klawieren met 2 lancetvormige
3-nervige blaadjes, de steunblaadjes pijlvormig,
bijna even groot als de blaadjes. DG.
De bloemen zijn geel.
Tl. Op schaduwachtige, eenigzins hooge, gronden op
vele plaatsen.
822, bosch Latyrus, met 4-5-bloemige bloemsteelen,
de getakte klawieren met 2 zwaardvormige blaadjes
, de tusschenstanden vliezig. DG.
Dc bloemen zijn rozenrood of paarsch,
L I PI.