iy 6 a. mosgelijken.de Tillaea, met nederliggende sten
gen, de bloemen ongesteeld , meestal driespletig. Sm.
PI. Te Hees bij Nijmegen. G. B roers ! Bijdr. II. p. i i 3-i i^.
— Zij gelijkt op het eerste gezigt wel iets op kleine exemplaren
van lllecebrum verticillatum.
K l a s s e IV. VIERHELMIGEN.
191®. Engelseh TValstroo , met bijkans 6-tallig.e lancetvormige
gepunte bladen , aan den rand, even als ook de
steng, ruw ; de bloemstelen 2-spletig , de vrucht korrelig.
Smith.
PI. In de duinen van Haarlem naar de zijde van Overveen
en Zandvoort. v.H.
Aanm. Deze soort is in gedaante eenigzins verwant aan
het ruwachtig TValstroo , van hetwelk zij echter verschilt ,
doordien zij veel kleiner is , doordien de bladen op den rand
met naar den top des blads toe gekeerde stekeltandjes voorzien
en aan den top scherper gepunt zijn en bij het droogen
niet zwart worden 5 door groenachtig-gele bloemen enz.
192®. driehoornig TValstroo, met meestal achttallige,
lancetvormige , aan den rand rugwaarts stekelige bladen , de
bloemstelen in de oksels geplaatst, driebloemig , de vruchten
knikkende. DG.
PI. In een korenland niet verre van Zierikzee. F. Dozy! JVZo ■
3 . J A •V A L jt——• / i> . ' f < - & - y p .
Aanm. Deze soort is door hare knobbelige en onbehaarde
vrucht ligtelijk te onderscheiden van het stekelig en het regt-
standig TValstroo, met welke zij in houding eenigermate
overeenkomt.
2 * 196.