talrijke, witaehtige, aan den top dikwerf klierachtige
haartjes.
PI, Bij Naarden , Muiderberg, Laren, Soestdijk. Bij Arnhem,
V e lp , Rheede; bij Rheenen, de Grebbe, Renc-
kom en elders op zandgronden in Gelderland; bij
Breda.: vH. Bij Nijmegen BI Op duingrond, bij ’ sGra-
venhage Z! si
Versch. (3. met de onderlip der bloemkroon purperkleurig.
yH.
PI. Bij Breda. vH.
683. verschilkleurige Hennipnetel, met langwerpige
eironde stekelharige en gezaagde bladen, de steng
stekelharig, met van boven verdikte tusschenstan-
den, de bloemkroon driemaal grooter dan den
stekenden k e lk , de helm buikig. DC.
In deze en de volgende soort is de kelk gedoomd,
de steng; benedenwaarts-stekelharij!’ De
verschilkleurige Hennipnetel verschilt echter van
de volgende, door breedere bladen, de bloeinkroon
3- o f4-maal grooter dan den k e lk , geeb-^n kleur ,
met de onderlip aan de zijde gelijr!b,.*met eene
violetkleurige vlek in het midden.
PI. Yeel op de akkers en op ruwe plaatsen bij Utrecht.
dG.: Bij ter Heide boven Breda. K. Te Wijk bij Duurstede
; Maarsbergen bij Doorn, dubois ! Op verscheidene
plaatsen bij de Bild boven Utrecht. vH.
684\ gemèene Hennipnetel, met eironde stekelharige
en gezaagde bladen, de steng stekelharig met van
boven verdikte tusschenstanden, de bloemkroon
tweemaal langer dan den stekenden kelk. DC.
De bloemkroon is paarsch, met de onderlip 'wit-
gevlekt, doch dikwijls geheel paarsch.
PI. Op vele plaatsen in koornvelden, aan de heggen, enz.
Versch. É. met witte bloem.
PI. Aan de wegen bij den Hinderdam; aan den Gaasperdijk ;
op den Weesperweg. R. Te Heikop bij Vianen;te Lisse
boven Haarlem. vH.
*73. Bf.tovie. De kelk is 5-tandig, genaaid, met
naakte keel. De buis der bloemkroon slank , de boord
mondvormig, de bovenlip opgerigt rondachtig gaaf of
uitgerand , de onderlip 5-spletig. DC.
685. gewone Betonie , met eene afgebrokene blocroaar,
de bovenlip der bloemkroon gaaf, de middelste
ilip der onderlip uitgerand, de kelk onbehaard. DC.
F f