Y Y M ,/iY Y t .T > r ~ p Z -
^/ÊYYak '-W ï S f l ^
t i i . * H U - M **/ / MY
/ y ^ )Z ^ / 'h n c / ^ f ^ J
9 y r M ÏÊ ^ i '
P -
M Y * Y -
ijHlÉil
V ' %'
TL, Op verscheidene plaatsen ,in da duinen bij Haarlem
en Óverveen. vil.
348. B i t t e r k r u i d . Het omwindsel met een omwind-
seltje. De vruchtbodem naakt. De zaden dwars-ge-
streept. Het zeadphrs e e\ederd, geheel of b'jkans ongesteeld
DC..
873. ruwbladig Bitterkruid, iret eene regtstandige
i ruwe takkig-wijduitgespreide steng, de bladen stengomvaitend,
zeer ruw, lance;vormig en getard, de
bloemen tuilvormend. DC.
Tl. Aan de kanten der zaailanden en bg de we0en omtrent
Harderw'jk, Hattem, Muiderberg; Zwol enz.;
ook in de duinen bij ’ sHage. Cf. Bij Doesburg; bij
Haarlem en Wijk op zee. R! Aan den begroeiden duinkant
in Holland; omtrent Arnhem, Ku-lenburg, in de
Ee.nwe enz. K. Ég Dordrecht. E. s. scHULi.» Te Over—
Veen. \H.
34g. Dubbeekeek. Het omwindsel is dubbeld; het
binnenste 8-bladig en gelijk, het buitenste 5-bladig en
wijd. De vruchtbodem naakt. De zaden dwars-gestreept.
liet zaadpluis gevederd en gesteeld. DC.
874. ruwe JJ.ubbelkelk, met de buitenste blaadjes van
het ^omwindsel breed eirond-hartvormig, eenigzins
gedoomd, DC.
De onderste bladen zijn een weinig gegolfd of
getand; de overige gaafrandig , lancetvormig.
PI. In Zeeland, dumortier. (mss.)
36o. Havikskruid. Het omwindsel overeenliggend. De
vruchtbodem naakt, of somwijlen voorzien van verspreide
baartjes, die korter zijn dan het zaad. Het zaadpluis
pngesteéld, harig, meestal vuil-rosbruin. DC.
ben veelvormig en zeer moeilijk geslacht.
$ De bloemsteng i-bloeraig.
875. langharig Havikskruid, met gaafrandige eirond«
van onderen viltige bladen, kruipende wortelloven.
P.
PI. Algemeen op hoogs zandige plaatsen.
Ün 4 # * Dé