
.
■ .
844. gestreepte Klaver, met de bloemhoofdjes eindelingsch
en in de oksels der bladen geplaatst, eirond , ongesteeld,
aan den voet (door de steunblaadjes) omsloten , de kelk gestreept
behaard en ongelijkvormig, de blaadjes omgekeerd-
eirond, nagenoeg gaafrandig , zachtharig. DG.
De ruwachtige Klaver, afgebeeld bij V aillant Bot. Paris,
tab. 33. f. i , verschilt van de gestreepte Klaver door meerdere
kleinheid , door hare meestal in de oksels der bladen
geplaatste bloemhoofdjes, door hare eenigzins omgekromde
kelktanden , enz.
PI. Op hooge zandgronden bij Nijmegen. B !
851. gehoornde Rolklaver.
Kersch. y dikhladig (Persoon) , behaard, de blaadjes
eirond , eenigzins vleeschachtig , de stengen bebladerd * ne-
derliggende , de wortel zwaar. DG.
PI. In de duinen van Wassenaar. J. Pierot ! In de duinen
achter Waalsdorp bij ’s Gravenhage. Z. en v.H.
854- zaai Rupsklaver.
PI. Voeg bij : Bij het klooster ter Apel in de provincie Groningen.
G. A. Straïingh ! Aan den Scheveningsche weg
bij ’s Gravenhage. Z! Op het groot-Bentveld bij Haarlem.
J. E. van der T rappen.
855. zeisvormige Rupsklaver. Zie het Aanhangsel p. 727*
857. stekelige Rupsklaver.
PI. Voeg bij : Aan den Zeeburgerdijk bij Amsterdam. Z !
Aanm. De gevlekte Rupsklaver, aan de stekelige Rupsklaver
welligt al te naauw verwant ,'is gevonden bij Leijden
(F. Dozy ! en T. T. Hinxt!) en ook op het eiland Schouwen,
zijnde vroeger (Bijdr. V I I , p. 34) als Medicago muricala
vermeld.
858. kteinste Rupsklaver.
PI. Voeg b ij : Op dijken van het eiland Tholen. F. Dozy !
K la s se XVÏII. ZAAMHELMIGEN.
861. moeras Melkdistel.
Deze plant is hier te lande niet zoo algemeen als men gewoonlijk
denkt. Zie Bijdr. VII p. 342— 343.
PI.