CCLXII*. W interbloem. Een omwindsel in vele slippen
verdeeld onder de bloem. De bloem
ongesteeld, bestaande uit 5 -8 gekleurde
bloembladvormige, langwerpige, afvallende
kelkblaadjes en 6 -8 buisvormige , aan den top
ongelijk-tweelippige , zeer korte bloemblaadjes.
De zaaddoozen gesteeld. De zaden
kogelrond, in een enkele reeks geplaatst. DC.
6 5 rj h. g e l e W i n t e r b l o e m , met 6 -8 langwerpige kelkblaadjes.
DC.
P I . Bij Baambrugge , waar zij waarschijnlijk vroeger gekweekt
was ; doch thans , volgens het getuigenis der inwoners,
reeds sedert zjo jaren jaarlijks in menigte opslaat. J.E.
Van der T rappen!
K lasse XIV. TWEEMAGTIGEN.
675. g e v le k t e D o o p e n e t e l .
P I . Voeg bij : In het Spoel bij Kuilenburg. J. E. van der
T rappen !
A a n m . De bladen zijn ruigbehaard , dikwijls wit-gévlekt,
de bloeibladen zeer kort-gesteeld. — Sommigen beschouwen
de L a m i u m m a c u la t u m van W allroïh of de L a m i u m f i i r -
s u t u m van L amarck als eene van deze verschillende soort.
678. in g e s n e d e n D o o v e n e t e l .
P I . Voeg bij : Veel te Helpen bij Groningen. v.H. Te Jel-
sum bij Leeuwarden. J. J. Bruinsma en H. K. Hommes !
Bij eene meer naauwkeurige beschouwing van de aan G a -
l e o p s i s L a d a n u m aanverwante soorten , meenen wij de beschrijving
dezer soort aldus te moeten verbeteren :
681. sm a lb la d ig e H e n n e p n e t e l , met de bladen eirond-
langwerpig of laneetvormig , getand-gezaagd of gaafrandig ,
aan de bovenzijde met aangedrukte haren ruigbehaard , aan
5 * de