
747. gemeene Vroegeling, met eene naakte bloemsteng ,
de bladen langwerpig spitsachtig, eenigzins gezaagd
en behaard, de bloembladen 2-deelig, het haauwtje
ovaal-langwerpig. DC.,
PI. Op dorre zandige plaatsen zeer algemeen.
Versch. met driespletige bladen, boikh. — G.
748. Boerhaaves Vroegeling, met eene naakte bloemsteng,
de bladen langwerpig spitsachtig, eenigzins
gezaagd en behaard, de( bloembladen 2-deelig,
bet haauwtje bijna schrijfrond. vH.
PI. Op steenachtige plaatsen aan de muren der stad
Delft. verm. ! (3)
3oó. S c h il d z a a d . De kelk is toebuigend. De bloembladen
aan den top openstaande; de helmdraden soms
van binnen met een tandje voorzien. Het haauwtje is
schijfrond, zamengedrukt, met bijkans vlakke klepjes.
Weinig zaden. DC.
749. kelkdragend Schildzaad , met kruidachtige steng,
langwerpige stompe grijswitte bladen, de helmdraden
alle getand, de kelk overblijvend, de
haauwtjes een weinig uitgerand, het stijltje zeer
kort. DC.
PI. Op zandige drooge gronden hij Nijmegen. B! In het
Spoel bij Kuilenburg. K !
3o6. W eede. De kelk een weinig openstaande. De
bloembladen genageld, openstaande. Geen stijltje; de
stempel kopvormig. Het haauwtje tongvormig, eirond-
langwerpig, zamengedrukt, niet openberstend, i-zadig,
2-kleppig, met zamengedrukt-gekielde klepjes. DC.
7^o. verwers - TVeede, met gekartelde wortelbladen ,
pijlvormige stengbladen, de haauwtjes lancetvormig,
aan den voet versmald. DC.
P I.
(2) De Heer van spijk Vermeulen heeft, in 1826 en 1824,
deze plant uit zaad in eene tuin gekweekt en bevondeu dat zij
dezelfde bleef. Men vergelijke ook de Botanische Zeitune vau
1023 p, 446 cn 447.
H h .5