
rfpy. £/■ . T . j2 ^ '
^^S2sw* A " yf
s/. S 7 i f .
J i r h ? - ^ - / ’ - s r -
606. gemeene Tormentil, met bijna regtstandige steng,-
de bladen ongesteeld. DG.
De kelk is somwijlen 10-spletig en de bloemr
bladen vijf in getal.
P I. Algemeen op zand- én vooral op heidegronden.
607. Kruipende Tormentil, met nederliggende steng 1
de bladen gesteeld. DG.
PI. Op de Amersfbortsche heide. Favrod ! Bij de Bild.'
stoll. vH. Maarsbergen bij Doorn, dubois !
o45. NaOelKRUi». De kelk is ïo-spletig, de slippen
om de andere kleiner. Vijf bloembladen. De vrucht-
bodem langwerpig en ruig. De zaden lang-gebaard,
dikwijls geknikt, gevederd of haakvormig aan den top. DC.
608. gewoon Nagelkruid, met opgerigte bloemen, de
naaldjes naakt, de slengbladen drievoudig, de wor-
telbladen liervormig-gevind. DG.
De bloemen zijn klein en geel. De wortel ruikt
naar kruidnagelen.
PI. Algemeen op schaduwachtige plaatsen.
609. Knikkend Nagelkruid, met knikkende bloemen,
de bloembladen^ven lang als de kelk,.de naaldjes .
gevederd. DC. ' *
De bloemen zijn paarschachtig. De rijpe zaden
gesteeld. DG.
PI. In ruige lanen en bosschen in Vriesland. M. Aan
den weg achter Warmond, mulder. Bij Dordrecht*
F. S* SCHULP.
*46. Waterbezie. De kelk is 10-spletig, de slippen
om de andere kleiner; Vijf bloembladen. De vrucht-
bodem groot eirond sponsachtig en blijvende. DG.
610. roode Waterbezie. L.
De bloemen zijn eindelingsch, de kelkslippen
paarsch en spits, de bloembladen klein» — Het
getal der kelkslippen en bloembladen wisselt somwijlen
af.
PI. Algemeen aan sloten en in vochtige weilanden, vooral
in veenstreken.
Cc GE