
PL Op Verscheidene plaatsen aan de dijken, tiisschen
Muiden en Waarden; aan den IJsseldijk in Gelderland
en Overijssel hij Rampen enz. G. Bij Rockanje in het
land van den Briel; aan den dijk van de rivier de Eendracht
niet ver van Tholen en aan den kant van Steen-/
bersten; aan den voet der duinen op Walcheren; K.
GESLACHTEN d e r HELMSTYLIGENj
T w e e h e l mi g e n.
I. Het lipje des bloemdeks aan den voet gespoord. —'
Staridelkruid.
l l . Het lipje des bloèmdeks ongespoord.
A. Het bloemdek niet omgekeerd;
a. De stempel vooraangeplaaist. Het helmknopje:
eindelingsch. —- Tweehlcldi
b. De stempel eindelingsch. Het helmknopje achteraaijgeplaatst.
De 5 bovenste bloemdekslip-
pen aan den voet toebuigende, aan den top
vrij. — Kronkelspil.
c. De stempel eindelingsch. -Het helmknopje achteraangeplaatst
, blijvende. Het bloemdek
regtstandig-openstaande, —■ Niesbruid.
B. Het bloemdek omgekeerd. Het helmknopje eindelingsch,
half-kogelrond. — Weekkruid.
Z e s li e lm ig e iu
Het bloemdek buisvormig. De zaaddoos 6-hokkig, *-■ '
Pgpbloem.
XIX. S T I J L H E L 1H I G E N .
T w e e h e lm ig e n.
384. StandeltcrtTid . Het bloemdek grijnzend, 6-deelig,
Van boven gewelfd, het lipje aan den voet gespoord. De
stempel bolrond, vooraangeplaatst. Het helmknopje 2-
hokkig, eindelingsch. DC.
Rr * De‘