
/? r /
A # . / , y / A A - i& A * /%nA..
j - « i A B ijjgk f m ^ / «
Ijl
/ ^ /" y
/ “ "■
:^ ^ z 0 Ê È L '& Ir. U- TV- f ' ' ) " - " ^ - ' f e
,/ ƒ
/ T i . ( / ^ / 4
7 «
§£:
6*"/% ,r, ^3111811 Él ifltfu -
7 a w 4 £ É Ê A f É i f ' # ;
a M '> ^ , w ' | g
( 6o 5 )
qSoi behaarde Alant, met stcngomvattende langWer-*
pige gaafrandigc, aan weerszijden ruige bladen,
de steng behaard en tuilvormend. P.
Pl. Overvloedig buiten Haarlem naar Overveen; in de
duinen achter Zorgvliet en tusschen de beide Katwijken,
G. Aan sommige voegen en heidevelden omtrent
het Heerenveen in Vriesland, M. Bij Katwijk en Rijns-
burg. mulder. TusschenEede en Renswoude. l . rey-
nier. (mss.) In de duinen bij ’ sHage. Z.
g5i. lancetbladige Alant, met steng'omvattende lancetvormige
, aan den voet gezaagde, van onderen
behaarde bladen, de steng pluimvormend, vlokkig,
de blaadjes van het omwindsel lijnvormig en ruig*
E G
De steng is alleen aan den top takkig. De bladen
lancetvormig, spits, fijngetand, dikwijls aan
weerszijden een weinig behaard. De bloemen
groot en eindelingsch. De blaadjes van het omwindsel
lijnvormig, digt.
Pl. In weilanden op de waarden langs de Aek bij Via-
nen. dG. B ! vil. Bij de Joure enWomrnels in Vriesland,
hER&SMA!
o52. rooloops Alan t, met sténgomvattende hartvor-
mig-langwerpige , méér of min viltige bladen, de
steng vlokkig , pluimvormend, de blaadjes van het
omwindsel borstelvormig, vlokkig. P.
Zij is kjeiher dan de vorige. De steng takkig.
De bladen langwerpig, vari onderen wit-viltig, van
boven bleek-groen, eenigzins vlokkig, aan den
rand een weinig fijngetand, golvende. De bloemen
zijn tweemaal kleiner dan in de vorige soort*
Pl. Op vele pkatsén in vochtige grofaden, vooral in
zandstrèkèn.
g53. kleitibloemige A la n t, met stengomvattönde langwerpige
golvende en vlokkige bladen , de steng
opgerigt pluimvormend, de bloemsteelen i-bloe-
mig , tegen over de bladen gesteld, de bloemen
bijkans kogelrond, de straal zeer klein. DG.
Pl. In Overijssel te Westerholtè in dè laagte bij Heins-
huis. G. Bij Nijmegen. B. Op vochtige plaatsen bij Heikop
en Lekstrtond bóveh Vianen. vH.
3j 4. "Wolverlei. De schubben van hét omwindsel zijn
gelijk én in eene dubbelde rij geplaatst. De bloemen
gestraald, de vróuwelijke lintbloempjes van 5 onvruchtbare
helmdraden voorzien. Alle de zaden met een zaadpluis
gekroond. De vruchtbodeni naakt* DG,
Q q §54. ge