
jpi. Op verscheidene plaatsen in Gelderland, G. K. vil.
Bij Hillegom. R ! Veel in bosschen en heggen in het
Sticht van Utrecht. K. vH. Bij Delft, verm ! Bij ’ sGravenhage.
Z.
5g4. hazclaarbladige Braambes, met vijf- en drievoudige
bladen, van onderen groenachtig, een weinig
behaard, de zjjdelingsche ongesteeld, de stengen
eenigzins kantig,, de stekels omtrent regt. DC.
De steng is bijna regtstandig. De bladen groot.
De stekels slank. De bloemen groot en de vruchten
roodachtig.
PI. Op vele plaatsen teRheede en te Velp boven Arnhem. vH.
5g5. gemeene Braambes, met vijf- en drievoudige
bladen, van onder grijswit-viltig, de zijdelingschc
gesteeld, de stengen kantig, eenigzins liggende en
vlokkig, de stekels krom. DC.
Zij is kleiner dan de vorige. De bloemen wit of
roodachtig. De vruchten zwartachtig. Het eindc-
lingsche blaadje is van de overige verwijderd.
PI. Langs de wegen' in Gelderland, Utrecht, Overijssel,
Twente; overvloedig in den Haarlemmerhout en het
Haagschebosch; langs den duinkant van Holland; in hej.
Gorécht buiteh ‘ Groningen. G. Door den ganschen
woudkant van Vriesland. M. Te Velp boven Arnhem.
. bergsma! Op Muiderberg. vH-
696. viltige Braambes, met de blaadjes alle drievoudig,
spits, ongelijk-gcland, aan weerszijde met zacht
vilt bedekt, de zijdélingsche een weinig ingesneden,
de stengen naauwelijkskantig, genoegzaam liggende,
jong zijnde zachlliarig, de stekels klein. vH.
volgens DC.
Jfcrsch. liggende, met nederliggende, naauwelijks
éénen voet hooge steng, de bladen van boven onbehaard,
of eenigzins zachtharig , de zijdelingsché blaadjes naauwelijks
gesteeld.
JP:l. In de bosschen van Rheede boven Arnhem. vH.
597. klierharige Braanibes, met drievoudige, aan weerszijde
vlokkige bladen, de steng rankmakende liggende
en stekelig, de bloemtakken opgerigt, even
als de bladsteelen, vlokkig-klierachtig en stekelig,
de bloembladen smal. DC.
Deze Braambes is zeer kenbaar aan de klierachtige
haartjes op het bovenste gedeelte van steng-en
takken. De vruchten zijn blaauwachtig of roodachtig.
PI. Op