
123b. dikke Dravik, met de vruchtdragende pluim aan
den top knikkende , de bloempakjes langwerpig-lancet- of
ei-vormig , eenigzins gezwollen , zamengedrukt, doorgaans
zachtbehaard, de bloempjes nagenoeg overeenliggend, de
naald langer dan het klepje , eerst re g t, daarna openstaande
, de bladen eenigzins Behaard. S chrader.
P I . In de bouwlanden bij Wijk te Duurstede. C. A. Bergs-
MA !
A a n m . De bloemstelen en bloempakjes zijn in onze van
den Hoogleeraar B ergsma ontvangene exemplaren alle zachtbehaard,
met naar bovenwaarts gerigte haartjes. Er bestaan
echter ook vormen dezer plant, welke geheel onbehaard
zijn, doch dan van B r o m u s s e c a l in u s evenwel onderscheiden
kunnen worden: j° door breedere bloempakjes; i °
doordien de bloempjes wel eenigzins van elkander verwijderd
zijn , doch niet zoo verre , dat zij de geheele spil bloot
laten, gelijk bij B r o m u s s e c a l i n u s ; 3° doordien de rijpe
bloempjes niet rolrond zijn ; 4° doordien de naald iets lager
op den rug van het klepje ingeplant, regter , langer en aan
den voet dikker is ; 5° doordien de zaden niet zoo naauw
met de klepjes zamenhangen. Zie verder B i j d r . VII, p.
335— 3 3 6 .
i 3 5 . A l p i s c h H a v e r g r a s is niet inlandsch. Zie het A a n h
a n g s e l bl. 717.
i 38a. tw e e k le u r ig e I P i n d h a lm . Zie het A a n h a n g s e l
bl. 717.
13ga. v e e lh a lm ig e J V i n d h a lm , dumortier. Zie het A a n h
a n g s e l bl. 717.
A a n m . Deze schijnt mij niets anders te zijn, als eene
groote vorm van de A i r a c a r y o p h y l la c e a .
154. r o o d Z w e n k g r a s .
Deze soort is hier te lande vrij algemeen. Ik vond haar
onder anderen veel aan het IJ Bij Amsterdam, aan den
Haarlemmer-meer bij Slooten ; bij Utrecht; aan de Zoutkamp
in de provincie Groningen ; aan de Linde in de provincie
Friesland, enz. enz.
P e r s b h . (3 b o s c h a c h t ig Z w e n k g r a s , met h e t b o v en ste k a f -
Blaadje aan d en ra n d g ew im p e rd , de bloempjes a an alle zijden
Behaard. Bluf f en Fingerhuth.
De