T l. Op vochtige plaatsen langs de beeken in Gelderland
en Overijssel; aan den duinkant in Holland; in het
Haagsche bosch; te Haren en elders buiten Groningen.
G. In dë wouden Van Vriesland. M. Bij Utrecht. K.
Buiten Amsterdam bij Sloten; tusschen Quackel en
Kudelstaart. R! Bij Nijmegen. B. Bij Delft. vehm. Bij
■ Wassenaar, mulder. In Zeeland, dumortier. Maars-
bergen bij Doorn, dueois! Bij Dordrecht, p. s. schüll.
Aan de kanten der slooten bij de Bild en Zeijst. vH.
f>24. aanverwant Hertshooi, met eene flaauw 4-kantige
steng, de bladen stomp ongestippeld, de kelk-
slippen ovaal en stomp, de bloembladen geel, met
zwarte stippen. DC.
Tl.. In boschachtige streken te Beek boven Nijmegen. dG.
Te Brummen in Gelderland. vH.
620. doorboord Hertshooi, met 2-kantige steng, de
bladen stomp doorschijnend-gestippeld, de kelk-
slippen lancetvormig en spits. DC.
PI. Aan de kanten der akkers en aan de Wegen op vele
plaatsen; ook in de duinvalleien.
Versch. (3. hleinbladig, in alle deelen kleiner en meer
zamengedrongen, met gestrekte veelbloemige pluimen.
CHOISV.
PI. Aan de Grebbe en bij Wageningen. vH.
626. nederliggend Hertshooi, met de eindelingsche
bloemen als in eenen bijscherm vereenigd, de zij-
delingsche :eenzaam, de stengen nederliggende
tweekantig en kruidachtig, de bladen langwerpig
en stomp. DC,
De plant is klein. De steng tenger, bijna draadvormig.
De bladen somwijlen doorschijnend-ge-
stippeld. -
PI. Te Heemze in Overijssel. G. Aan de kanten der
akkers bij Voprthuizen en Lochem; op de heide aan
den weg tusschen Lpchemen Deventer. R! Bij Nijmegen.
B. Rij Arnhem, s. scheltema en c. a . bergsma ! Bij
Zutphen. E! Maarsbergen bij Doorn, d'ubois! Te Velp
en Rheede boven Arnhem; bij-iJummen. vH.
**■ De kelkslippen getand of klierachtig gewimperd.
627. berg Hertshooi, met tuilachtig-pluimvormende
eindelingsche bloemen, de kelkslippen klierachti"-
gezaagd, de bladen langwerpig slengomvattend
ongestippeld, met zwart-gevlekten rand, de steng
rolrond, regtstandig. DC. P i,