3 7 Ö ^ a l l h s c r « : k w a r T e l - k , o n I N G .
B E s C H R Y V I N G,
1 1 a l l e s blykt, dat onze Kwartel-Koning t’huis hoort i n | Geflagt de r— | waar-
van hy de eerfte Soort, by » s I uicmaakt, onder den naam van Rail, ■ de c k e n |
H r0Sfin Roestkleurig I De langte van ons Voorwerp was „egen en een half D u,m, d,e
wn den Bek omttent ddn Duim en van^de Staatt engevaar, tweeDutmen. De D y - ware„
een Kwartier Duims ongevederd, de Schenkels anderhalf Duim lang, de middelfte Vinger vy
Kwartier, de zydelingfen een Duim , de agterllen een Kwartier Duim, De Vingers zyn ge-
heel los, zonder eenig vliezig verband. • De Bek is aan den Kop het dikfte, zydehngs famenge-
drukt, van boven fmal, allengs dünner naar de punt, glad en fpits, met de N e u s te n ovaal of
eyrond, doorloopende. Het Lyfop-zyde p l a t a c h t i g en als famengedrukt; gelyk d.t alles plaats
heeft in de Ralleh. De -Kleür is van boven bleek geelachtig graauw, met gtoote, zwarte Vfok-
ken- van onderen uit den geelen witachtig aan den Buik; op de zyden, tot over de Stmt, met
hoog rosfe bandeerzelen; doch aan den Keel en Borst geelachtig Aschgraauw; de Kop van bo-
ven Streepig zwart gevlakt, byna als in de Sneppen. De Slagpennen der W.eken zyn aan de
binnenzyde zwartachrig vaal, aan de buitenzyde rosachtig gebaard, met glanzig zwarte Schäften;
van boven, tot aan de Schouders, die witte randen hebben, gedekt met hoog Kaneelkleurige
.Pluimen: de Staartpennen bleekgraauw, in ’t midden zwartachrig donkerbruin. De Pooten.zyq
m ;t geheel blaauwagrig grys, met bruinachtige Nagels: de Bek is Loodkleurig bruin, ziendd ult
den paarichen.
A A N T E IC E N I N G E N .
• Van deezen Brem -R a ll wordt gemeld, dat hy op de Heijen, in het Kreupelbosch, qp den
grond zyn Nest maakt, leggende daar in van zestien tot agtrien Eijeren. De eerst uitgekomen
- Jongen -of Pullen, met een Haairig Dons, als gewoonlyk, bekleed, zyn geheel zwart. In de
Graslanden zoeken deeze Vogels hun Aas, dat in Wormen beftaat, en zyn zeer moeielyk te
betrappen: want, door een Hond nagelpoord, vliegen zy niet op, gelyk de Sneppen; maar fchie-
ten een groot end wegs, als rollende voort, door het Gras, zo dat de Schütter er naauwlyks
6p kan aanleggen. Dan maaken zy, als ook inzonderheid des avonds en by nagt, het gedagte
■Geluid, dat naar Crex gelykt. Men vangtze gemakkelykst met Strikken, inzonderheid op de
Heylanden, waar veel ruigte is, daar zy in kunnen wegtluipen. Men achtze, vet zynde in de
Herfit, tot Wildbraad ruim zo lekker als de Sneppen.
( t ) Rallus Alis rufo-Ferrugineis, Syfi. Nat. XII. Geu. 93. Sp. 1 . Kwartel-Koning. Not. Hifi.' I. D . V . S tu k , bladz. *79.