T E I H G A , C a n d i d a .
T R I N C A
C A N D I D A .
WITTE STRANDLOOPER.
D e Ridder L inpmsus, wiens Samenftel wy in dit Vogelen-Werk, zo veel doenlyk is, volgen,
was, in de groote Verfcheidenheid van Europifche Vogelen,fomtyds genoodzaakt, eenigen, die
in fbmmige opzigten verlchilden, tot eene zelfde Soort te betrekken. Ook ontftaat, behalve
door de Sexe, een.aanmerkelyk oriderfcheid in de Kiew, wanneer zy eenigen tyd na het fter-
ven worden afgetekend, byzonderlyk in de Bek en Pooten. Hierom geeft hy doorgaans maar
algemeene Kenmerken, in debepaaling, op,.läatende eenigc byzonderheden'onaangeroerd. En
uit djen hoofde is het, dat wy. deezen:Vogel byna zouden betrekken kunnen tot de Soort,.welke
hy den bynaam geeft van, Interpret, om dat-dezeive van de Gothländers. in Sweeden, onzeker
om welke reden, T olk genoemd werdt, fchoon de onze.daar yan aanmerkelyk'verfchillp.
Want hy komt in ’t hoofdzaalcelyke met de bepaaling overeen; hy onderfeheidt zig van alle anderen,
in het Geilagt der Strandlooperen, door zyne witheid aan de geheele onderzyde, en ver,
toont zig, inderdaad, als eene middelfoort tusfchen den Roodbeenigen Zwarten"Ruiter en den
Tuureluur; alwaar dezeive door den Ridder laatftelyk is geplaatst (*). Ik beken wel, dat de
ylrenaria van den Heer Brisson, hier, zo wel als de Zee - Monel van Ray, nog minder ftroo-
k en, doch die komen zelfs met. elkandcr niet volkomen overeen; -en den Witten Ruiter van
Brisson, offchoon dezeive nader komt (f), uit de Hudlöns-Baay hier t’huis te brengen, fchynt
wat vreemd. Evenwel kan, men, die zelfde aanmerking omtrent zynen Zandlooper, welke door
L inNjEUS aldaar aangehaald is, maaken. Beiden komen, in k W erk van Edwards, zo Brisson
aantekent, naauwkeurig afgcbccld, voor, doch.deeerstgemelde, dien L inn/eus tot de Sneppen
betrokken heeft, by E dwards Becasßne blanche, dat-is Witte Snep.genaamd, flrookt alleenlyk
met den onzen, die ten opzigt van den Agtervinger en van de Pooten zeer verfchilt van de
Sneppen. Derhalve heb ik hem Tringa candida getyteld. .
BE-
( • ) T rin g a Pcdibu i ru b ris, Corpore n igro , a lb o , Ferrngincoque v a r io , P eftqre Abdomineque aibo. S)ß. Nat. XII» Gen. 8?« Sp. 4 . p. 148*
( f ) Totanu* candidui. B r u s . Ornithol. T om , 2 . O rd . X V I I . Gen. 75* SP- Scolopax candida. U m . Gen. 86. Sp . 18.
Xxx 1