H N A S
f E N E t O P E.
s M I E N T
F L u I T - E E N D.
H o e w e l de Smienten Trekvogels zyn, die by Schoolen komen overvliegen, en aüeenlyk
’s Winters zig by ons opbouden, mögen zy nogthans, wegens de groote menigte, welke daar '
yan, dat geheele Saizoen, in onze Vogelkooijen gevangen en alom te koop geveild word, bil.
Jyk geteld worden onder de Nederlandiche Vogelen. De Soormaam Penelope, op dezelven
toegepast, is reeds voor twee Eeuwen, door Gesnerüs, aan dit flag van Wilde Eenden gegeven,
die men anders ook F luit-Eenden noemt, wegens haar piepend Geluid: weshalven de Heer
Örisson ’er den naam aan geefc van Anas fistularis, in ’t Fransch Canari ßffleur, in ’t En-
gelsch Wigeon of Whevier, en in ’t Hoogduitsch noemt menze, deswegen, Pfeiff-Endte.
Daar is een bruine Zee-Eend, door Linn^eus Ferina bygenaamd, welke eigentlyk de Penelope
der Ouden fcbync te zyn, en door den Heer B r i s s o n onder dien tytel belchreeven
wordt (*). Hiervan zuUen wy misfcbien in ’t vervolg nader fpreeken.
BE-
(* ) Qrnitbolog, Comp. Tom. II. p. 462,
G g g 2