A N ■fy, S B r e » , t a . B R ä N D G A N S .
b e s c h r y v i n g
De langte van deeze B r a n d g a n s bedraagt twee Voeten en agt Duimen; zo dat hy hier, even
als de Rotgans, aanmerkelyk verkleind in Afbeelding is gebragt. De Bek is kort, gelyk in de-
zelve, en het postuur komt ’er, voor het.overige, vry veel mede overeen: maar de kleunng ver-
■ grootelyks-en is fierlyk, Den Kop van boven, den Hals en Borst heefc hy. bruinachtig
zwart; den Buik en Stuit byna wit: het voorfte van den Kop en Keel, als gezegd is, met een
geeladitig teint op het witte uitgemonfterd. Van boven is hy blaauwachtig Aschgraauw bont,
over de geheele Flerke», wier Slagpennen niet alleen, maar ook de Dekveders groocendeels
Aschgraauw zyn, aan ’t end zwart, met wit gezoomd. Dit maakt een zeer fraaije fprenkeling
van Kleuren over ’t geheele bovenlyE De Staartpennen zyn ten deele wit, ten deele zwart en
wotden van het end der Vleugelen bedekt. Hy heeft den Bek niet alleen, maar ook de Pooten:,
die.maar een zeer klein Klaauwtje van agteren hebben, zwart. Zy zyn, even als in de Rotganzen,
gewebd en lang gevingerd, met zwarte Nagelen: de Oogkringen Hazelnooten Kleur.
A A N T E IC E N I N G E N .
Dit Voorwerp is bevonden een Wyfje te zyn: doch ik heb geen onderfcheid, byna, tusfchen
verfcheidene van deeze Brandganzen kunnen befpeuren. Volgens den Heer Brisson is het de
Anfer Brenta van Klein en de Brenthus der oude Autheuren; maar men weet naauwlyks, welken
zy daar door verftaan hebben. Ook zou het de Kanada/che Gans van Albin zyn, in !t En-
gelsch Ratgoofe of Roadgoofi genaamd. ’t Is zeker, dat deeze hier te Lande, op de Wiervel-
den, by onze Eilanden, met Slagnetten, zo wel als de Rotganzen, gevahgen worden -; en een
goede fpyze uideveren.