2 , 6 ANAS B o s c h a s . WILDE EEND, SPIEGEL-EENDi, RING-EEND.
b e s c h r y v i n g .
Tn «rootte komen de Wilden nagenoeg overeen met de tamme Eenden. Het Mannetje of de
W o o r d , hierin de eerfte plaats afgebeeld, behoorc tot de genen, die men Stoer-Eenden
noemt, als grooter dan gewoonlyk zynde. Het heeft, van de punt des Beks tot aan het end
van de Staart, by de twee Voeten langte; de Bek anderhalf Duim, de Schenkels twee Duimen
en de Staart ftrekt zig over de vier Duimen uit. De Vingers zyn, even als in de tamme Eenden,
gewebd, o f met een Vlies fimengevoegd; de middelfte twee Duimen lang en de Agter-
vinger zeer kort. De Kop en Hals zyn glinfterend groen met een paarfche weerfchyn; de Borst
is ros of Roestkleurig (*), met een mtte Halsband o f Ring tusfchen beiden, die echter, van agieren
, door een bruine Strook van Dons, welke zig längs den HaTs, tot aan de Rüg, uitftrekt,
is afgebroken. Voor ’t overige is de Pluimagie aan den Buik bleekgraauw, met finalle bruine
dwarsftreepjes, Golfswyze, gefchakeerd. Dit heeft ook plaats op de Rüg, en in de bovenfte
Dekveders der Wieken, wier Slagpennen grootendeeb uit den graauwen bruin zien, met Witte
Schäften, wat de langften betreft, maar de kortere maaken dienßerlyken Spiegel, waar van
deeze Eend by fommigen den naam draagt, hoewel dergelyke ook voorkomt in verfcheide andere
Soorten. Dezelve beftaat uit hoog Violetkleurig groen, van boven met een geelachtig ros-
fen, van onderen met een zwarten rand, die'wit gezoomd is. Doch in veelen deezer Eenden
heeft die groene Pick, van boven en van onderen, zodanigen zwarten wit gezoomden rand. De
Rüg is van boven bruin en agterwaards gedekt met Vederen, die fierlyk gegolfde randjes heb-
ben. De Stuit ziet uit den zwarten groenachtig, gelyk ook de Staart van boven; alzo de vier
middelfte Staartpennen, die opwaards omgekromd zyn, ook zodanige Kleur hebben, zynde de
zydelingfen witachtig of bleek graauw. De Bek is van boven bruin, op de zyden geelachtig
groen,. inzonderheid de geheele Onderkaak. In fommigen echter ziet de Bek geheel uit den
groenen geel, zonder bruin. De Pooten en derzelver Vingers zyn, even als in de tamme Eenden,
Oranjekleurig of uit den geelen rood, met zwarte Nagelen.
Het Wyfje of de E end, die een weinig kleiner is dan de Woord, verfchilt aanmerkelyk, gelyk
de Afbeelding aantoont. Z y mist die fchoone groenglanzige Kleur aan den Kop, ab ook
den witten Habband en de omgekrulde Staartpennen, zo blykbaar in de Woord. Z y heeft de
Sraarr 0ok veel korter, insgelyks puntig en langer dan de Vlerken. Van boven is de Kleur,
op.
<*) In fommigen, ja in de meesten, « de BorttKoffjWeurig of donkeibrnini
A N A S B O S ' C H A S , 3? o e m i i a .