TRINGA GAMBETTA.
Z WART E R U I T ER.
D e Moerasfige Rietvelderi en Vaterige Landsdouwen, die. men in onze, Provincie ■ ens by?
zonderlyk benoorderi deeze Stad, aan'de overzyde van het Y , in .Vaterland heeft, zyn zo uit- •
geßrekt en onbeganglyk, dat het niet te' verwonderen h , dat zig daar in, wat het Vater-Ge-
vogelte aangaat, verlcheidene’onthouden, die in”t algemeen’niet zeer bekend zyn. De Kievi-
ten en Kemphaanen beminhen ook wel laage vogtige Landsdouwen,-doch deeze laaten zig veel
zien; terwyl anderen, van hetzelfde'Geflagt, ab in Riet, in Liezen en Biezen wegfluipen, al-
daar nestelen en broeden eiv zig dus byna vöor het Oog verbeten, hoe zeer menze door ■ haar,'
Gelüid ontdekt
Vari deezen aart is de Vogel, dien ik hier beichryven zal. Hy behoort buiten twyfel tot de-
geenen, die de Ouden in ’t Italiaansch Gambetta genoemd, hebben', wegens de langheid zyneiv
Pooten, en anderen Totanus , misfchien wegens derzelver geftrektheid. Ook behoort hy tot
de Vogels , die men in *t Fratisch Chevaliers, dat is Ridders oER u iie rs, tytelt, omdat zy
zulk' een ftaatelykem gang hebben eh een postuur mäaken, dat naar een Ridderlyke houding,
■ zweemt. Zy looperi boven dien door ’t Land, wanneer menze gewaar- wördt, met zulk een.
Vlugheidom zig in ’t Riet te verbergen,; dat het eenigzins gelykt. naat. ’t- draaven van eetf Rui-
ters paard. Insgelyks b' de naam CalidriSj ten dien opzigte,' in gebruik geweest; waar van-Bel-;
lonius een rooden en een zwarten befchryft, gelyk ’er ook roode en- zwarte Chevaliers,, on-
der dit flag van Vogelen, in Vrankryk bekend zyn., Deeze beiden zyn door LiNNatus betrok-
ken tot de Tringa. Gambetta, waaraan hy een rooden Bek en Pooten toefchryft; terwyl de
zwarte Calidris van Aldrövandus , door hem hier t’hub gebragi, den Bek zwart hadt en de
Pooten roodglanzig; het welk zeer met den onzen ftrookt, zo wel ab de aarimerking, dat de-'
zelve over ’t geheeie L y f met bruine Vlakken was getekend. De Z w a rte R u ite r vah Bel-
lonius hadt, behalve den Bek, ook de Pooten zwart; daar deeze, ten allerbillykfte, wegens
de roodheid der Pooten, den naam vaii Roodbeen voert; doch niettemin ook wel dien van’
Z w a rte R u ite r mag hebben wegens de donkerheid van het L y f (*).
B E S C I I R Y V J N G.
Deeze Vogel munt uit, doordien hy zo hoog op.de Pooten is, en doorzynen langen Snep-
pen-Bek; terwyl hy niettemin door het vasfe Geflagts-Kenmerk, der körte Agtervingeren,
van
( • ) In de gezegde verwamng, misfchien door den Landaarc, door den Ouderdom , de S e x e , o f door het rüijen ontftaande , heb ik beter geoor-
deeld, my aan deeze Soort te houden, dan een nieuvre te maaken, terwyl ons Voorwerp taamelyk overeenkomt met den Totanus ruber van Brisson ,
dien Limmads ook hier t’huis gebiagt heeft.
T t c