292 “ERINGA Macularia e t Vaha. VLAKKIGE en BONTE ZANDLOOPER,
Het onderfte van deeze Zandloopertjes, dat ik de Bonte noem, komt taamelyk overeen
met de Tringa varia , die-, als een byíbort van de Squatarola van L inniEus, thans door den
Heer Gmelin voorgefteld wordt (*), of het zou de Squatarola, dien men gemeenlyk Graeuwe
Timer noemt, zelf tarnen zyra, iudien. dezelve. niet aannjerkelyk gcootec wäre (f). Doch
onder deeze Vogeltjes, dien rtien gemeeblyk Ttevieren noemt, komt eene groote verichil-
lendheid voor van Pluimagie: des wy ons hier zullen houden aan den bynaam van Bonte, als
welke volmaäkt op dit ons Voorwerp past. Immers hetzelve héefc het geheele Lyf hont, door-
dien het donker graeuwe, op de Rüg en Vlerken, zeer fyn geborduurd is met een bleek ros-
achtig geel. Voorts zyn de Staartpennen fierlyk wit en zwartachtig bruin gebandeerd j ’t welk
aangefflerkt wordt; in deeze Bonte plaats: te hebben: maair de Btiik en Stuit zyn wie, gelyk
•ook de Keel, die echter eenigermaate befmet is door het graeuwe van den Kop en Hals.
Voorts merk ik op, dat de grootfte Slagpennen, uitgenomen de buitenfte, aan de binnenzyde
m het bruine een witte Vlak hebben, gelyk dit van de Graeuwe Tlevier gemeld wordt, die
echter veel grooter is, en minder bont. De Wieken der onze hebben een wit Vlakje en zyn
ook aan de Schouders wit. Delatóte is zeven Duimeaa, die van den Bek, welke geelachtig is.,
aan ’t end zwart, één Duim: de Schenkels zyn een K wattier Duims ongevederd, de Pooten
een Duim lang, en, zo welals de Vingers, bruinachtig van Kleur; de Oogkringen bruin geel.
A A N T E K E N I N G E N .
Déeze Vogekjes Zoeken haar Aas veeld in ’c natte Zand der Stranden en Duin-Valeijen,
alwaar zy buiten twyfel ook nestelen en broeden. De eerstgemelde, die by de Franfchen den
naam van Water-Lyst er voerc, bemint inzonderheid Moerasfige plaatfen, welke eenigermaate
onder Water ftaan of geftaan hebben, zo wel in onze Gewesten, als in de Noordelyke Landen
van Europa en Amerika, tot in de Hudfons-Baay.
■(•) Tringa Roftro, Pediburque nigrir, Corpore ftfia) llbo variegato, A bdoBineelb o, Keilricibuaalbi* üfco-fafcialis. ij ij l. Nit. XIII. T . i . p. 68r.
c t ) Tring aRoltio nigra, Pedibiavirafcentibui, Corpore grileo, labial aibido, äyf:, .V.r. XII. Gen. g 7 .S p . 1 3 . Zie N a .H i iu t i iL D. V . St. b l i j r .