FB-INGIXi Ii Ä, Montifringi l la.
F R I N G I L L A
M O N T I F R I N G I L L A.
K E E P,
B O S C H V I N K .
• D e Kenmerken van het Vinken- Geflagt, tot het welke L i n n ^e u s niet alleen de Mosfchen, maar
ook de Sysjes, Kanarie-Vogels, Kneutjes en verfcheide anderen betrokken heeft, zyn zeer een-
voudig. Zy beftaan alleenlyk in een Kegelvormige, regte, gefpitfle, Bek. Hoe dat dit in alle de
gemeldeplaats heeft, kan men uit de Afbeeldingen diereeds daar van, tot zes toe, in dit Werk
gegeven zyn, Iigt beoordeelen. Driederzelven zyn Mosfchen, en onder deeze komt eene Frin-
gilla mantana of Berg-Vink voor, die men, hier te lande, Boom-of Ring-Moschnoemt, doch
welke grootelyks verfchilt van het tegenwoordig vootwerp, dat by de Ouden reeds Montijringilla
getyteld werdt, by fommigen Boschvink en by de Duitfchers Goldfincke, dat is Goudvink. Mis-
fchien is voor deeze benaaming meer reden, dan voor die van den gewoonen Goudvink, welke onder
de Geelgorfen geplaatst is en ook bevoorens reeds inditWerkvertoond. Sw en k fe ld immers hadt
den hier a%ebeelden A uriviltis, dat is Goudband, geheten. De Engelfchen noemen hem
Bramble of Bramhling, zo de Heer Brisson aanmerkt, door wien de Vinken in het Mosfchen - Geflagt
ondergefchikt zyn. Die Engelfche naam is van het zitten en aazen op de Braamen of Brummeis
afkomftig, zo C h a r le to n aantekent. By onze Vogelkoopers is hy onder den naam van
Keep bekend.
L l l BE