
Lamaison/Dordrechts Museum) 1978
Sensier 1872
A. Sensier, Souvenirs sur Théodore Rousseau,
Parijs 1872
SiUevis 1985
J. SiUevis, Hollandse aquarellen uit de ïgde eeuw
uit het Prentenkabinet-Rijksmuseum Amsterdam,
Rome (Nederlands Instituut) / Amsterdam
(Rijksprentenkabinet) 1985
SiUevis 1990
J. SiUevis, ‘Van Gogh en de Haagse kunstwereld’
, Van der Mast & Dumas 1990, pp.
146-65
SiUevis 1993
J. SiUevis (red.), Licht, lucht en water: de verloren
idylle van het riviergezicht, Den Bosch
(Noordbrabants Museum) 1993
Sülevis 1997
J. SiUevis, Van Weissenbruch tot Westerik, 150
jaar Pulchri Studio, Den Haag (Pulchri Studio)
1997
SiUevis & Bionda 1984
J. SiUevis & R . Bionda, Willem de Zwart
(1862-1931), Den Haag (Gemeentemuseum)/
Alkmaar (Stedelijk Museum)/Laren (Singer
Museum) 1984
SiUevis & Kraan 1985
J. SiUevis & H. Kraan, De School van Barbizon.
Franse meesters van de 19de eeuw, Gent
(Museum voor Schone Kunsten)/Den Haag
(Gemeentemuseum) / Parijs (Institut
Néerlandais) 1985
SiUevis & Tabak 2001
J. SiUevis & A. Tabak, Het Haagse Schoolboek,
. Den Haag 2001
SiUevis, De Leeuw & Joosten 1979
J. SiUevis, R . de Leeuw, J. Joosten, Dutch
Paintingfrom the Century of Van Gogh, Tokyo
(Odakyu Gallery) / Sapporo (Hokkaido
Museum o f Modern Art)/Hiroshima (The
Hiroshima Prefectural Museum)/Nagoya
(Aichi Prefectural Art Gallery) 1979
SiUevis, Dom & Kraan 1988
J. SiUevis, R . Dom & H. Kraan, De Haagse
School. De collectie van het Haags
Six 1895, 1902, 1905, 1911, 1922
J. Six, Catalogus van schilderijen, teekeningen
en beelden in het Stedelijk Museum, bijeengebracht
door de Vereeniging voor het vormen van eene
openbare verzameling van hedendaagsche kunst
te Amterdam, Amsterdam 1895, 1902, 1905,
1911, 1922
Steenhoff 1910
W. Steenhoff, ‘D e collectie Drucker in het
Rijksmuseum’, Elseviers Geïllustreerd
Maandschrift 20 (1910) 40, pp. 261-374
Steenhoff 1928
W. Steenhoff, Rijksmuseum H. W. Mesdag:
catalogus der schilderijen, teekeningen, etsen
en kunstvoorwerpen, Den Haag 1928
Stolwijk 1998
Ch. Stolwijk, Uit de schilderswereld. Nederlandse
kunstschilders in de tweede helft van de negentiende
eeuw, Leiden 1998
Stolwijk 1999
Ch. Stolwijk, ‘Un marchand avisé. La succursale
hoUandaise de la ïnaison Goupil’ , Lafont-
Couturier Si Renié 1999, pp. 73-96
Susse 1S45
Gebr. Susse, Volledige handleiding tót. de Teeken-
en Schilderkunst, voor schilders en liefhebbers,
Amsterdam 1845
Sutton 1990
P. Sutton, Northern European Paintings in the
Philadelphia Museum of Art. From the Sixteenth
through the Nineteenth Century, Philadelphia
1990
’t Hooft 1907
C. ’t Hooft, Verzameling J.C.J. Drucker in het
Rijks-Museitm, Amsterdam 1907
Taxatie 1899
Taxatie der Schilderijen, Teekeningen, Gravures,
Etsen en Photographieën, nagelaten door wijlen
den WeledGestr. Heer J.H. Maris, zooals die zich
op heden bevonden in het huis Javastraat 18 te
’s-Gravenhage, Den Haag 1899. Rijksbureau
voor Kunsthistorische Documentatie, Den
Haag
Tempel 1998
B. Tempel, ‘De kunst van het recenseren.
De kunstkritieken van J;J. van Santen KolfF,
Jong Holland 14 (1998) 1, pp. 32-40
Ter Kuile 1972
O . ter Kuile, Collectie Schol ten. Rijksmuseum
Twen the Enschede, Enschede 1972
Thoben 1977
P. Thoben, Een Purmerendse aalscholver,
Purmerend (Purmerends Museum) 1997
Thompson 1972
C. Thompson, Pictures for Scotland. The
National Gallery of Scotland and its collection:
a study of the attitude to painting since the 1820’s,
Edinburgh 1972
T LMifp [plaats] + [jaar]
Lijst der kunstwerken van nog in leven zijnde
Nederlandsche meesters, welke zijn toegelaten tot
de qlgemeene tentoonstelling van H in denjare
[■ -fgi
Turner (red.) 1996
J. Turner (red.), The Dictionary of Art, 34
delen, Londen 1996
Van Crimpen & Berends-Albert 1990
H. van Crimpen & M. Berends-Albert,
De brieven van Vincent van Gogh, 4 delen,
Den Haag 1990
Van Daalen 1957
P. van Daalen, Nederlandse beeldhouwers in de
negentiende eeuw (serie Utrechtse Bijdragen tot
de kunstgeschiedenis, 5), Den Haag 1957
Van de Wetering 1993
E. van de Wetering, ‘De paletten van
Rembrandt en Jozef Israëls, een onderzoek
naar de relatie tussen stijl en schildertechniek’,
Oud Holland 107 (1993) 1, pp. 137-5r
Van den Berg, Boersma, Geldof & Stangier 2001
K. van den Berg, A. Boersma, M.Geldof & S.
Stangier, ‘Een schilderij als donker feuiUetégebak’
, kM Materiaaltechnisclte informatie over
beeldende kunstAö (2001) 37, pp. 40-41
Van den Berg, Geldof, De Groot & Van Keulen
2002
K. van den Berg, M. Geldof, S. de Groot &
H. van Keulen, ‘Darkening and surface degra-
dation in 1 yth- and early 20th-century pain-
cings; an analytical study’ , kom Committee for
Conservation (2002) 1, pp. 464-72
Van den Branden 1883
J. van den Branden, Geschiedenis der
Antwerpsche Schilderschool, Antwerpen 1883
Van der Blom 1997
A. van der Blom, Nederlandse schilderkunst: tussen
detail en grandeur, Alphen aan de Ri|^i99 7
Van der Mast & Dumas 1990
M. van der Mast & Ch. Dumas, Van Gogh
en Den Haag, ZwoUe 1990
Van der Pol 1984
J. van der Pol, ‘De Larense school. Kunst
voor de markt?’, Tableau 7 (1984) 2, pp. 50-64
Van Eekelen 2003
Y . van Eekelen, ‘Het wonderlijke knoeien
van Jozef Israëls’, nog te verschijnen
Van Gelder i935-’36
H. van Gelder, Maristentoonstelling 1935-1936,
Den Haag (Gemeentemuseum) 193 5—’36
Van Gelder 1937
H. van Gelder (red.), Kunstgeschiedenis der
Nederlanden, Utrecht [1937]
Van Gelder 1939
H. van Gelder, Matthijs Maris, Amsterdam
1939
Van Heteren, Jansen & De Leeuw 2000
M. van Heteren, G. Jansen en R . de Leeuw,
Poëzie der werkelijkheid. Nederlandse schilders
van de negentiende eeuw, Amsterdam
(Rijksmuseum) 2000
Van Pinxteren 1993
A. van Pinxteren, Het Rijks op reis: het volk
verbeeld, Venlo 1993
Van Riemsdijk 1905
B. van Riemsdijk, Catalogue of the pictures
mihiatures, pastels, framed water colour drawings,
etc. in the Rijks-museum at Amsterdam,
Amsterdam 1905
Van Roekel, Knolle & Van Delft 1982
J. van Roekel, P. Knolle & M. van Delft,
Haags naakt. Geschiedenis van het tekenen naar
naakt model op de Haagse Academie voor
Beeldende Kunsten, Den Haag 1982
Van Santen Ko lff 1875
J. van Santen Kolff, ‘Een blik in de
Hollandsche schilderschool onzer dagen’ deel
4, De Banier, tijdschrift v.an ‘Het jonge Holland’
I (1875), pp. 157-203
Van Santen Ko lff 1877
J. van Santen Kolff, ‘Een eerste indruk van
de tentoonstelling der Teekenmaatschappij’ ,
Het Vaderland 10 augustus 1877
Van Santen Kolff 1878
J. van Santen Kolff, ‘Indrukken van de derde
tentoonstelling der hollandsche teekenmaat-
schappij’ , Nederlandsche Spectator (1878) 68,
pp. 261-63
Van Schendel 1975
E. van Schendel, Museum Mesdag. Nederlandse
negentiende-eeuwse schilderijen, tekeningen en
grafiek, Den Haag 1975
Van Thiel e.a. 1976
P. van Thiel e.a., All the paintings of the
Rijksmuseum in A msterdam,
Amsterdam / Maarssen 1976
Van Thiel e.a. 1992
P. van Thiel e.a., All the paintings of the
Rijksmuseum in Amsterdam, First supplement:
1976-’9i , Amsterdam 1992
Van Uitert 1966-67
E. van Uitert, ‘D e toon van Vincent van
Gogh. Opvattingen over kleur in zijn
Hollandse periode’, Simiolus 1 (1966-1967) 2,
pp. 106-15
Van Uitert 1998
E. van Uitert, ‘Blots and Lines. Dutch
Draftmanship 1870-1910’, De Bodt & Sellink
1998, pp- 34-39
Verbraeken 1999
P. Verbraeken et al., Na & Naar Van Dyck.
De romantische recuperatie in de 19de eeuw,
Antwerpen (Koninklijk Museum voor Schone
Kunsten) 1999
Veth 1886
Samuel (J. Veth], ‘Tentoonstelling van eenige
schilderijen uit particulier verzamelingen in
Arti et Amicitiae’, De Nieuwe Gids 1 (1886) 2,
pp. 304-10.
Veth 1891
V. []. Veth], ‘Verkooping van de collectie
P. in De Brakke Grond’, De Amsterdammer
19 april 1891
Veth 1899 (1)
J. Veth, ‘ In Memoriam’, De Kroniek 5 (1899)
242, pp. 258-59
Veth 1899 (2)
J. Veth, ‘De ontwikkelingsgang van Jacob
Maris’ , De Kroniek 5 (1899) 242, pp. 260-62
Veth 1899 (3)
J. Veth, ‘Jacob Maris-tentoonstelling in Arti’ ,
De Kroniek 5 (1899) 261, pp. 404-05.
Veth 1899 (4)
J. Veth, ‘De ontwikkelingsgang van Jacob
Maris’ , De Kroniek 5 (1899) 261, pp. 411-12
Veth 1900 (1)
J. Veth, ‘D e ontwikkelingsgang van Jacob
Maris’ , De Kroniek 6 (1900) 265, pp. 18-20
Veth 1900 (2)
J. Veth, ‘De ontwikkelingsgang van Jacob
Maris’, De Kroniek 6 (1900) 265, pp. 26-28
Veth 1900 (3)
J. Veth, ‘De ontwikkelingsgang van Jacob
Maris’ 5, De Kroniek 6 (1900) 306, pp. 351-
353
Veth 1900 (4)
J. Veth, ‘De ontwikkelingsgang van Jacob
Maris’ 4, De Kroniek 6 (1900) 272, pp. 75-76
Veth 1900 (5)
J. Veth, ‘Bij Van Gogh’, De Kroniek 6 (1900)
269, p. 52.
Veth 1902 (1)
J. Veth, ‘Een studie over Jacob Maris’ , Onze
kunst I (1902) i, pp. 9-16 en pp. 173-75
Veth 1902 (2)
J. Veth, Werk van Jacob en Matthijs Maris
ajkomstig uit het atelier Maris (veilingcatalogus
van de nalatenschap van Jacob Maris),
Amsterdam (Fred. Muller & Co) 1902
Veth 1908 (1)
J. Veth, ‘De jeugd van Jacob Maris’,
Portretstudies en silhouetten, Amsterdam [1908],
PP- 123-75
Veth 1908 (2)
J. Veth, ‘Bij den dood van Jacob Maris’,
Portretstudies en silhouetten, Amsterdam [1908],
PP- 205-07
Veth 1911
J. Veth, ‘Jacob Maris’, Kunst und Künstler 9
(1911). PP- 15-26
Veth 1914 (1)
J. Veth, ‘De jeugd van Jacob Maris’,
Portretstudies en Silhouetten, Amsterdam 1914,
PP- 123-75
Veth 1914 (2)
J. Veth, ‘Bij den dood van Jacob Maris’,
Portretstudies en Silhouetten, Amsterdam 1914,
pp. 205-07
Veth 1914 (3)
J. Veth, ‘Breitners jeugd’, Portretstudies en
Silhouetten, Amsterdam 1914, pp. 176-204
Von Térey & Von Takäcs 1913
G. von Térey & Z. von Takäcs, Museum der
Bildenden Künste Budapest, 27e Katalog der
Gemäldegalerie moderner Meister, Boedapest
1913
Vosmaer 1875
C. Vosmaer, ‘Jakob Maris’, Kunstkronijk N.S.
17 (1875), pp. 10-ri
Vosmaer 1883
C. Vosmaer, Onze Hedendaagsche Schilders,
2 delen, Den Haag 1883
Vosmaer 1886
C . Vosmaer, ‘Tentoonstelling der
Hollandsche Teekenmaatschappij’,
Nederlandsche Spectator (1886) 34, p. 278-80
Vosmaer 1910
C. Vosmaer, ‘Waardering van Jacob Maris
in ’75’, Artistiek Weekblad voor schilderkunst
en kunstnijverheid 16 april 1910;
W.S. 1899
W.S. [Willem Steenhof], ‘Eere-
Tentoonstelling Jacob Maris’ , De
Amsterdammer. Weekblad voor Nederland 24
december 1899
Wagner 1972
A. Wagner, Catalogus beeldhouwwerken Haags
Wap 1862
Dr. Wap, ‘T er nagedachtenis van J.E.J. van den
Berg’ , Kunstkronijk N.S. 3 (1862), pp. 89-91
Washington i95S-’ 59
Anoniem, Dutch Drawings. Masterpieces of Five
Centuries. Exhibition Organized by the Printroom
of the Rijksmuseum, Amsterdam and Circulated
by the Smithsonian Institution, Washington
D.C. (National Gallery o f Art) en andere
plaatsen i958-’ 59
Wintgens Hotte & De Jongh-Vermeulen 1999
D. Wintgens Hotte & A. de Jongh-
Vermeulen (red.), Dageraad van de moderne
Kunst. Leiden en omgeving 1890-1940, Leiden
(Stedelijk Museum De Lakenhal) 1999
Zaal 1974
G. Bilders, Vrolijk versterven. Een keuze uit zijn
dagboek en brieven door Wim Zaal, Amsterdam
1974
Zilcken 1889
Ph. Zilcken, Le peintre Jacob Maris, Den Haag
1889
Zilcken 1891
Ph. Zilcken, Peintres Hollandais modernes. Jacob,
Matthijs et Willem Maris, Amsterdam 1891
Zilcken 1893
Ph. Zilcken, Peintres hollandais modernes,
Amsterdam 1893
Zilcken 1895
Ph. Z.[ilcken], ‘J. Maris en zijne tentoonstelling’,
De Amsterdammer 15 december 1895
Zilcken 1896
Ph. Zilcken, Les Maris: Jacob-Matthijs- Willem,
Amsterdam 1896
Zilcken 1899
Ph. Zilcken, ‘Eenige Portretten van Jacob
Maris’ , Elseviers Geïllustreerd Maandschrift 18
(1899) 9, pp. 192-98
Zilcken 1900 (1)
Ph. Zilcken, ‘The late Jacob Maris’ , The
Studio 18 (1900) 82, pp. 231-40
Zilcken 1900 (2)
Ph. Zilcken, ‘Jacob Maris’ , Gazette des Beaux-
Arts 42 (1900) 23, pp. 147-55
Zilcken 1905
Ph. Zilcken, Catalogus der schilderijen, teekeningen,
etsen en kunstvoorwerpen in het Museum
Mesdag, Den Haag (Museum Mesdag) 1905
Zilcken 1910
Ph. Zilcken. ‘Hollande’, L ’art et les artistes 6
(1910) 69, p- 141