
59 Het jagertje, ca. 1894
Doek, 21,5 x 31,5 cm.
Rechtsonder J. Maris
Gemeentemuseum, Den Haag
Inv.nr. 28-1964
HERKOMST
Kunsthandel Boussod, Valadon et Cie., Den Haag
(mogelijk Lijst Tersteeg nr. 23367); Collectie
J. Staats Forbes, Londen; Collectie E.H. Crone,
Amsterdam; Aankoop van de erven E.H. Crone,
1964.
LITERATUUR
Schuurman e.a. 1962, cat.nr. 198; Sillevis, Dorn &
Kraan 1988, cat.nr. 33.
Ter afwisseling van de eindeloze
hoeveelheid stadsgezichten die bij
Maris werd besteld, wijdde hij zich
ook wel aan iets minder commerciële
onderwerpen, zoals de ‘jagers’ langs
de trekvaart. De Gruyter schreef
hierover: Soms behoren deze late stukken
tot de coloristisch meest fonkelende
stukken die hij maakte: een feest van
blauw, groen en goud, in brede en losse,
hoekige of vlokkige toetsen gedaan.'
‘Jagertjes’ trokken met hun paard
langs een jaagpad een trekschuit
voort. Deze manier van transport,
waarbij goederen en personen langzaam,
maar goedkoop konden worden
vervoerd, was in Maris’ tijd een
verdwijnend fenomeen. Hij schilderde
en tekende van dit pittoreske
onderwerp verschillende varianten,
die zeer in de smaak vielen: Niemand,
die de weelde van de groote trekvaarten,
waartegen het donkere groen en het schitterende
groen en het schonkige van een
wit jaagpaard en het blauw van een kiel
van zoo’n jagertje, in een zoo hartstochtelijke
kleuren-pracht kon geven, als Jacob
Maris, een pracht, waarvan wij in een
andere aandoening alleen in Rembrandt
een weergade kunnen vinden.2
MM
1 De Gruyter 1968-69, deel 2, p. 22.
2 Marius 1903, pp. 246, 248.
60 Ploegen, ca. 1896
Penseel in waterverf over zwart krijt,
75 x 112 mm.
Rechtsonder J Maris
Gemeentemuseum, Den Haag
f|jf.nr. Tek. 1964-0509
HERKOMSf
Album Verveer.
Deze piepkleine aquarel is een van de
vele varianten die de kunstenaar van
dit thema maakte. De Bock schreef
hierover: In het jdar ongeveer 1880
zou Maris de kunstwereld verrassen met
een voor hem nieuw sujet: ‘Ploegende
Paarden\ [...] Gedurende een reeks van
jaren hielden de ploegpaarden Maris bezig
en telkens was zijne opvatting eene andere
en gaf hij ze in een nieuwe moment-
stemming; dan avonds met trillingen van
dampen in goudgloed, des morgens in
zuiver koelen toon, de paarden bruin of
wit van kleur.1 Dit blad is afkomstig
uit een album, samengesteld door
zijn kunstbroeders voor de schilder
Elchanon Verveer (1826-1900) ter
gelegenheid van zijn zeventigste
veijaardag.
C v T
i De Bock i902-’03, pp. 114, 118.