
I Straatmuzikanten,
ca. 1858
Pen in bruin, penseel in waterverf, 145 x 107 mm.
Particuliere collectie
HERKOMST
Collectie J.H.L. Meijer, Den Haag (?); Collectie
Crommelin, Den Haag.
LITERATUUR
Bremmer 1906, afb. op omslag.
Dit ongedateerde jeugdwerk komt
uit een album dat schijnbaar heeft
toebehoord aan de schilder Louis
Meijer (1809-1866), in wiens atelier
de jonge Maris een tijdlang werkte.
Twee andere vroege bladen van
Maris stammen uit dezelfde bron.'
De tekening werd door H.P.
Bremmer circa 1858 gedateerd en
kan goed vergeleken worden met
Straatmuzikante bij een herberg (cat.nr. 2)
en met een klein olieverfpaneeltje dat
Maris in 1858 schilderde.2
Waterverftekeningen speelden een
belangrijke rol in het vroege werk
van Jacob en Matthijs Maris: hun
natekeningen van romantische landschappen
van andere meesters vormden
in hun begintijd een belangrijke
bron van inkomsten (zie afb. 16).
Al in 1864 waren beide broers Maris
zo bedreven in de techniek dat zij
door Roelofs als honorair lid werden
geïntroduceerd bij de Brusselse
Société Beige des Aquarellistes.
C v T
t Volgens informatie in veilingcatalogus
Amsterdam (Christie’s) 10 april 1990, p. 24.
2 Particuliere collectie; De Raad & Van
ZadelhofF 1991, p. 23, afb. 15.
2 Straatmuzikante bij een
herberg, 1859
Penseel in bruine inkt en waterverf over
zwart krijt, 145 x 110 mm.
Rechtsonder JH Maris ft 59
Gemeentemuseum, Den Haag
Inv.nr. Tek 1935-0009
HERKOMST
Collectie G.E. Huisman; Aankoop 1935.
LITERATUUR
Van Gelder 1935-'36, cat.nr. 124a; Sillevis, Dorn
& Kraan 1988, cat.nr. 91; Janssen, Van Sinderen
& Kapelle 1997, p. 102.
In techniek, stijl en inhoud sluit deze
vroege tekening nog geheel aan bij
de tradities van de Nederlandse
romantiek, de periode waarin de
jonge Maris gevormd was. De toog-
vomiige afsluiting en het anekdotische
gegeven — waarvan onbekend is o f
het een specifieke tekst o f gebeurtenis
illustreert — komt men ook meermalen
tegen in het oeuvre van zijn
leermeester Huib van Hove (1814-
1864).
Meer dan om een werkelijke aquarel
gaat het hier om een tekening met
‘sapverven’, een blad waarin de vormen
eerst getekend zijn met de pen
o f een fijn penseel om vervolgens met
waterverf te worden ingekleurd. Die
opvatting van de waterverftekening
stamde nog uit de achttiende eeuw.
C v T