
47 Visserspink in zee voor
anker, ca. 1885
Penseel in waterverf, 350 x 235 mm.
Rechtsonder J Maris
Singer Museum, Laren
Inv.nr. 56-1-275
HERKOMST
Collectie L.A. van Meerten, Delft; Veiling
Amsterdam (F. Muller et Cie.) 26-28 augustus
1902, lotnr. 456; Collectie W.J. van Randwijk,
Den Haag; Veiling Amsterdam (F. Muller et Cie.)
11 april 1916, lotnr. 22; Collectie G.N. van
Beek-Donner, Wassenaar; Veiling Amsterdam
(F. Muller) 8 november 1955, lotnr. 217; Collectie
A. Singer-Brugh, Laren.
LITERATUUR
De Raad & Van Zadelhoff 1991, cat.nr. 31.
Vlug en vast zijn de aquareltinten gewas-
schen. Het geheel is van een opvallende
frischheid en de grijzen in het water en in
de lucht, op de schuiten en het zeil, alles
duidt de vochtig-klare sfeer van de zee
aan, schreef Cornelis Veth over de
r
aquarel, toen deze met andere werken
uit de collectie van de Haagse
boekhandelaar Van Randwijk ter
veiling kwam.
Het blad is in kleurstelling, weersgesteldheid
en stemming een van
de vele variaties op het schema dat
Maris voor De bomschuit uit 1878
ontwikkelde (zie cat.nrs. 28, 38).
C v T
48 Aan het IJ, ca. 1885
Doek, 92 x T25 cm.
Rechtsonder J. Maris
The National Gallery of Scotland, Edinburgh
Inv.nr. NG 1049
HERKOMST
Collectie H.A. Laird, Londen; Legaat, 1911.
LITERATUUR
Van Gelder 1935-'36, cat.nr. 91; Anoniem 1957,
p. 162; Lloyd Williams 1997, p. 222.
Maris bracht zijn eerste bezoek aan
Amsterdam rond 1860 in gezelschap
van zijn broer Thijs en de schilder
George Lourens Kiers (1838-1916).1
Toen hij in 1871, net terug uit Parijs,
Amsterdam opnieuw zag, noemde hij
zich een stommerik dat hij al die jaren
weggeweest is, en dat mooi ontlopen heeft,
en maakt op staanden voet op versche
indrukken gebazeerd eenige schilderijen
van Amsterdam die hem tot schilder van
die stad stempelen.2 Vooral het IJ met
de Schreierstoren had hem aangegrepen.
Toch wilde hij er niet gaan wonen
en er liever telkens een dag terugkeeren,
om zijn ontvankelijkheid voor het karakteristieke
van de stad niet te verliezen.3
In de verkoopboeken van het Haagse
Goupilfiliaal is te zien dat het stadsgezicht
na 1871 een belangrijk thema
in Maris’ werk werd. Hoewel hij zijn
stadsgezichten vaak samenstelde uit
componenten van verschillende steden
en uit zijn fantasie, komen gezichten
op Amsterdam bijzonder veel in de
boeken voor.4 In het Philadelphia
Museum o f Art bevindt zich het vergelijkbare
Schreierstoren te Amsterdamd
Aan het IJ is een mooi voorbeeld van
de Hollandse luchten die Maris’ handelsmerk
waren. Driekwart van het
doek wordt gevuld door een zacht,
lichtgekleurd wolkendek, waar het
blauw hier en daar doorheen schijnt.
Maris zou zich de kunst van het wolkenschilderen
in Parijs hebben eigengemaakt:
Hier [in Parijs] heeft hij [. ..]
den vrijen hemel, de nevels en den zwe-
venden luchtgo ff ontdekt.6
W L
1 Veth 1900 (1), p. 19; De Leeuw, Sillevis &
Dumas 1983 noemen 1871 als datum van Maris’
eerste bezoek aan Amsterdam, p. 213.
2 Veth 1900 (1), p. 19.
3 De Bock i902-’03, p. 49.
4 Lijsten Tersteeg 1899, Rijksbureau voor
Kunsthistorische Documentatie, Den Haag.
5 Sutton 1990, pp. 194-95. O o k in het
Rijksmuseum te Amsterdam bevinden zich
verschillende doeken waarop Maris het IJ heeft
geschilderd.
6 Eisler 1913 (1), p. 39.