
van Maris in de jaren ’70 en ’80. Hij
combineerde de brug, die in Rijswijk
o f in Loosduinen zou hebben
gestaan, in 1872 nog met De afgesneden
molen (cat.nr. 18), maar later dat
jaar kreeg de brug een prominentere
plaats in het grote schilderij De vaart
bij Rijswijk.' Bijna exact hetzelfde
tafereel verwerkte hij in De brug uit
ca. 1879, met als verschil dat er nu
een lantaarn op de brug staat en de
schipper een pijp rookt en niet naar
de vrouw met de melkflessen kijkt.
Van de brugscène bestaan overigens
ook nog een krijttekening en een
fraaie ets.2 Maris woonde al niet meer
aan de Noordwest-Binnensingel toen
hij deze versie van De brug schilderde,
maar had een goed geheugen
voor plaatsen die hij eerder had
bezocht o f getekend. Hij nam alles
zóó vast in zijn geheugen op, dat hij
jaaren later, van menigen molen of brug,
met melkbocht, toren of kerk [...] uit
het hoofd een krabbel kon geven.3
SK
1 The Philadelpia Museum o f Art, John G.
Johnson Collection; De Leeuw, Sillevis &
DumaS 1983, cat.nr. 52.
2 Respectievelijk in de collectie van het Kröller-
Müller Museum, Otterlo, en Museum Jan Cunen,
Oss.
3 De Bock i902-’o3, p. 18
37 De brug, ca. 1879
Doek, 41 x 72 cm.
Linksonder J. Maris
Rijksmuseum, Amsterdam
Inv.nr. SK-A-2988
HERKOMST
Collectie C.D. Reich jr., Amsterdam; Legaat, 1923.
LITERATUUR
Veth 1902 (1), pp. 16-17; Croal Thomson 1907,
p. 24; Plasschaert 1920, pp. 61; Jeltes 1924, pp.
12-13; De Leeuw, Sillevis & Dumas 1983, p. 206,
onder cat.nr. 52; Van Thiel e.a. 1992, p. 66; Loos
& Jansen 1995, cat.nr. 21; Van Heteren, Jansen &
De Leeuw 2000, cat.nr. 91.
De langgerekte houten witte brug is
een terugkerend motief in het werk
38 Bomschuit op het strand
van Scheveningen,
ca. 1880
Penseel in waterverf, 385 x 289 mm.
Rechtsonder J Maris
Rijksprentenkabinet, Rijksmuseum, Amsterdam
Inv.nr. SK-A-3681
HERKOMST
Kunsthandel Goupil et Cie., Den Haag, 1880,
nr. 9096; Collectie de heer en mevrouw
J.C.J. Drucker-Fraser; Legaat, 1944.
LITERATUUR
Bakker-Hefting 1963, cat.nr. 75; De Gruyter 1968-
'69, deel 2, afb. 25; Van Thiel e.a. 1976, p. 812;
Sillevis 1985, cat.nr. 34; Loos 2002, cat.nr. 66.
Een op het strand getrokken
Scheveningse visserspink o f bomschuit
was een van Maris’ favoriete
thema’s: niet minder dan zestien
staan er vermeld in de door Tersteeg
samengestelde lijst van de schilderijen
die door de kunsthandel Goupil et
Cie. verhandeld zijn.1 Het bekende
schilderij in het Gemeentemuseum,
Den Haag (cat.nr. 28), dat 1878
gedateerd is, is de vroegst bekende
versie. Deze variant in waterverf sluit
er qua compositie nauw op aan, maar
meer nog dan in het olieverfschilderij
werkt Maris hier naar een monochromatische
opvatting.
Indrukwekkend is de vrijheid waarmee
hij de waterverf over het papier
liet uitvloeien om de suggestie van
de zilte atmosfeer op te roepen.
C v T
i Boon 1999, p. 23; Loos 2002, p. 126.