
2. Marius Alexander Jacques Bauer (1867-1932),
De Nederlandse maagd zet de urn van Jacob Maris bij.
Bijvoegsel van De Kroniek van 13 augustus 1899.
Universiteitsbibliotheek, Amsterdam.
Ondanks aangebrachte plaquettes boven de voormalige
woningen van de kunstenaars ten behoeve van historische
stadswandelingen, een in 1948 opgerichte Jacob Maris
Stichting ter bevordering van de beeldende kunst in
Den Haag en een monument voor de gebroeders Maris
in de Haagse Carnegielaan (1916), beseffen slechts weinige
hedendaagse Nederlanders dat de Marisstraat waarin zij
wonen verwijst naar deze kunstenaar en diens typisch
Hollandse werk.'
Met de tentoonstelling Jacob Maris (1837-1899) en de
begeleidende catalogus presenteren Teylers Museum
en Museum Jan Cunen met trots deze nationale meester
opnieuw aan het publiek. Vanuit diverse invalshoeken is
zijn werk door kunsthistorische experts opnieuw benaderd
en in een breder kader geplaatst. Ook is zijn oeuvre vanuit
materiaaltechnisch oogpunt onderzocht, naar aanleiding
van de conditie waarin veel (nog) niet geconserveerde
schilderijen verkeren. Hierbij is aansluiting gezocht bij
het onderzoek van het Instituut Collectie Nederland naar
problematieken rondom negentiende-eeuwse schilderijen,
een onderzoek waarbinnen Maris’ schilderij De baker
(afb. 4) een grote rol speelde.
< 3. Willem Matthijs Maris (1872-1929), De gebroeders Maris.
Litho, 340 x 410 mm.
Museum Jan Cunen, Oss.
4. Jacob Maris, De baker, ca. 1890.
Doek, 86 x 77,5 cm.
Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam.