
Zoeken naar harmonie
De Parijse jaren, 1865-1871
Marjan van Heteren
We waren niet rijk, geen van allen. Maar als je jong bent en je
hebt elke maand zo’n honderd francs te besteden en je kunt op
krediet kopen bij de wijnhandelaar, waar ook nog wat gegeten
kan worden, dan is dat toch geen armoedig bestaan.
F.H. Kaemmerer 1
Achtentwintig jaar oud, en vele ervaringen en leermeesters
rijk, toog Jacob Maris in 1865 naar Parijs, zijn vriend
Frederik Hendrik Kaemmerer (1839-1902) achterna, die
iets eerder was afgereisd naar de lichtstad.2 Voor Maris
was het geen onbekende stad; al in het begin van de
jaren ’60 was hij er met zijn broer Matthijs geweest en
in 1864 bezocht hij de stad ook al eens met Kaemmerer,
want in januari 1864 schreef Anton Mauve (1838-1888)
aan Willem Maris (1844-1910): Je zult het wel stilletjes
krijgen als Kaemmerer en je broer naar Parijs zijn (afb. 32).3
Van dit laatste bezoek aan de Franse hoofdstad en de
bossen van Fontainebleau, de bakermat van de schilders
van Barbizon, getuigen ook twee olieverfstudies (afb. 33).
Vele Nederlandse kunstenaars gingen Maris en Kaemmerer
voor; de aantrekkingskracht van de stad werd in de tweede
helft van de negentiende eeuw alleen maar groter, toen
de gebruikelijke Rijnreis aan interesse verloor.5 Parijs trok
vanwege de combinatie van aanwezigheid van de oude
meesters in het Louvre, de mogelijkheden tot onderwijs,
de vrije opvattingen en de tot wasdom gekomen kunstwereld:
in de woorden van Maris’ tijdgenoot Gerard
Bilders (1838-1865) : oude meesters als grondwaarheden,
moderne schilders in leven en bezig de eersten door hun werken
< cat.nr. 10 (detail)
en hun tegenwoordigheid te verklaren, juiste richtingen aan te
geven en anderen te bezielen en te ontvlammen, vervolgens vele
kunstkopers, handelaars, smousen, verkopingen, als de middelen
om te bestaan en geëxploiteerd te worden.
Vermoedelijk waren het de connecties met de Haagse
kunsthandelaar Vincent van Gogh, sinds 1861 compagnon
van de vermaarde Franse kunsthandel Goupil et Cie., die
Maris de stap in het ongewisse deden zetten.7 Uit de
inventarislijst die Van Gogh april 1861 opmaakte ten
behoeve van zijn associatie met Goupil, blijkt dat hij al
vroeg heil zag in Maris; in zijn handelsvoorraad bevond
zich temidden van werk van gevestigde meesters als
32. Jacob Maris, De schilder Kaemmerer aan het werk.
Doek, 30 x 42 cm.
Verblijfplaats onbekend.