
9 De snoepster, 1868
Penseel in waterverf, wit gehoogd,
280 x 148 mm.
Rechts onder J Maris fc 68
Particuliere collectie, voorheen Collectie
Simonis&Buunk Kunsthandel, Ede
In deze aquarel herhaalt Maris een
thema dat hij in hetzelfde jaar ook
in olieverf uitvoerde.1 Een nagenoeg
identieke aquarel bevond zich in 1906
in de collectie Tutein Nolthenius.
Ware het niet dat dat laatste blad
linksonder in plaats van rechtsonder
gesigneerd is, dan zou men nauwelijks
kunnen zien dat het om een
verschillende versie gaat.2 Qua
thematiek en uitvoering zijn deze
werken kenmerkende voorbeelden
van de kabinetstukjes die Maris
tijdens zijn Parijse jaren voor de
verzamelaarsmarkt produceerde.
Bremmer zag er een voorbode in van
wat hij aan innigheid nog veel grooter in
enkele la tere figu ur schilderijen gegeven
heeft.
C v T
1 Van Gelder 193 5—’36, cat.nr. 29.
2 Bremmer 1906, nr. 5.
10 Sinaasappelplukster, 1868
Doek, 53,5 x 33 cm.
Linksonder J. Maris fc. 1868
Particuliere collectie, voorheen Kunsthandel
R. Polak, Den Haag
HERKOMST
Kunsthandel P.A. Scheen, Den Haag, 1956.
LITERATUUR
Ehschede 1957, cat.nr. 51.
Al voordat Maris in Parijs Italiennes
ging schilderen, raakte hij vertrouwd
met het genre. Op de Haagsche
Teekenacademie volgde Maris de lessen
van Johan Philip Koelman (1818-
1893), een specialist in het schilderen
van Italiaanse voorstellingen. Ook op
de tekenavonden van Pulchri Studio,
waar vaak modellen uitgedost als
Italiennes en Savoyards poseerden,
had hij zich in het genre kunnen
bekwamen.
Tijdgenoten als Jan Veth meenden
in de entourage van Maris’ in Parijs
geschilderde Italiennes al zijn voorkeur
voor het landschap te herkennen:
De prikkel om te kunnen leven
bracht hem voorhands tot het maken
van [..<,] salorfahige schilderijtjes [...].
Opvallend is het dat, al werd zulk een
schilderijtje geheel op het atelier geschilderd,
er toch, al was het maar door de
mise-en-scène, wel iets van de aspiraties
van den landschapschilder uit bleef spreken.'
Schilderde Maris in zijn vroege
tijd vooral figuurstukken, rond 1868
ging hij zich eveneens op het landschap
richten. Na zijn terugkeer in
Den Haag zou hij zich overwegend
op het landschap gaan toeleggen,
met uitzondering van de figuurstukken
waarvoor zijn kinderen model
stonden.
W L
1 Veth 1900 (4), pp. 75-76.