Gio., ‘Tentoonstelling Jacob Maris’ , Algemeen
Handelsblad 15 september 1898
Giovanni 1899 (i)
Giovanni, ‘Jaap Maris tent.’ , Handelsblad <
december 1S99
Giovanni 1899 (2)
Giovanni, ‘Jacob Maris’ , Algemeen Handelsblad
15 augustus 1899
Goley 1982
M. Goley, The Hague School and its American
Legacy, Washington/West Palm Beach 1982
Gram 1880
J. Gram, Onze schilders in Pulchri Studio,
Rotterdam [1880]
Gram 1889
J. Gram, Onze Schilders in Pulchri Studio,
Rotterdam 1889
Gram 1904
J. Gram, Onze Schilders in Piilchri Studio
(1880-1904), Leiden 1904
Greenshields 1906
E. Greenshields, Landscape Painting and Modern
Dutch Artists, New Y o rk 1906
Grimm 1987
R . Grimm, ‘Material und Technik der I laager
Malerschule’ , Althöfer 1987, pp. 217-220
Hall & Grossmann i960
D. Hall & F.G. Grossmann, Works of art from
private collections in the North West of England
and North Wales, Manchester (City Art
Gallery) i960
Hannema 1955
D. Hannema, Catalogus van de H.E. ten Cate
Collectie, Rotterdam 1955
Harms Tiepen 1910
C. Harms Tiepen, Willem Maris’ herinneringen,
Den Haag 1910
Haverkorn van Rijsewijk 1918 (1)
P. Haverkorn van Rijsewijk, ‘Matthijs Maris,
i. Leeijaren te ’s-Gravenhage en te Antwerpen’,
Onze Kunst 17 (1918) 33, PP- 29-43
Haverkorn van Rijsewijk 1918 (2)
P. Haverkorn van Rijsewijk, ‘Matthijs Maris.
De twee eerste jaren van zijn verblijf te Parijs
(1869-juni 1871)’, Onze Kunst 17 (1918) 34,
PP- 117-27
Haverman 1895
H. Haverman, De Kroniek 8 december 1895;
Hefting 1981
V. Hefting, Schilders in Oosterbeek 1840-1870,
Zutphen/Arnhem 1981
Heijbroek 1975
J. Heijbroek, ‘Matthijs Maris in Parijs 1869-
1877’ , Oud Holland 89 (1975), pp. 266-89
Heijbroek 1985
J. Heijbroek, Verlaine in Nederland. Het bezoek
van 1892 in woord en beeld, Ar nsterdam 1985
Heijbroek 1991
J. Heijbroek, ‘Het Rijksmuseum voor
Moderne Kunst van Willem Steenhoff.
Werkelijkheid o f utopie?’ , Bulletin van het
Rijksmuseum 39 (1991), pp. 485-504
Heijbroek & Wouthuysen 1999
J. Heijbroek Sc E. Wouthuysen, Portret van
een kunsthandel. De firma Van Wisselingh en
zijn compagnons. 1838-heden, Amsterdam
(Rijksmuseum) 1999
Helmus 1999
L. Helmus & D. Duyster (red.), De verzamelingen
van het Centraal Museum Utrecht.
Schilderkunst tot 1850, Utrecht 1999
Hermens, Kwakernaak, Van den Berg & Geldof
2001
E. Hermens, A. Kwakernaak, K. van den
Berg & M. Geldof, ‘The Corot painting box.
Matthijs Maris and 19dl Century tube paints’ ,
Art Matters; Netherlands technical studies in art
(2001), pp. 104-21
Hopp e.a. 1990
G. Hopp e.a., Gemäldekataloge Bayerische
Staatsgemäldesammlungen Neue Pinakothek
München, Impressionisten, Post-Impressionisten
und Symbolisten ausländische Künstler, deel 7,
München 1990
Hurdalek 1983
M. Hurdalek, The Hague School. Collecting in
Canada at the Turn of the Century. Toronto
(Art Galery o f Ontario) / Montreal (Museum
o f Fine Arts) 1983
Imanse 1991
G. Imanse, ‘Eeuw uit, eeuw in’, Bulletin
Stedelijk Museum (1991) april, pp. 31-33
Jaarverslagen W H K 1895, 1896, 1950
Jaarverslagen Vereeniging voor het vormen van
eene openbare verzameling van hedendaagsche
kunst te Amsterdam, 1895, 1896, 1950
Jacobs 1992
E. Jacobs, Met Verve. De Schilderijencollectie,
Oss (Gemeentelijk Museum Jan Cunen) 1992
Jacobson 1855
G. Jacobson, Handleiding tot liet leeren kennen
en onderzoeken der schildervenven en oliën en het
bereiden van vernissen, ten dienste van schilders en
handelaren in verwstoffen, Deventer 1855
Janssen, Van Sinderen & Kapelle 1997
H. Janssen, W. van Sinderen & J . Kapelle, De
Haagse School, Rotterdam (Kunsthal) i997-’98
Jeltes 1922
H. Jeltes, ‘De collectie-Voûte’, Elsevier’s
Geïllustreerd Maandschrift 32 (1922) 64,
pp. 289-96
Jeltes 1924
H. Jeltes, ‘De collectie Re ich’, Elseviers
Geïllustreerd Maandschrift 34 (1924) 67, pp. 6-16,
161-70
Joosten 1980
J. Joosten, De brieven van Johan Thorn Prikker
aan Henri Bord en anderen 1892-1904,
Nieuwkoop 1980
Julia 1980
J. Julia (red.), ‘La campagne romaine à propos
d’un tableau d’Hébert: La Mal’aria’ , Le petit
journal des grandes expositions, Parijs 1980
JuÜa 1981
I. Julia (red.), ‘Portraits de femmes’ , Le petit
journal des grandes expositions, Parijs 1981
Kalff 1902
J. Kalff, ‘Jacob Maris’, Mannen en vrouwen van
beteekenis in onze dagen (1902) 9, pp. 283-308
Knipping & Gerrits I943-’4S
J. Knipping & M. Gerrits, Het Kind in
Neerlands beeldende kunst. 19de en 20ste eeuw,
deel 2, Wageningen t943-’48
Kn oef 1946
J. Knoef, ‘Fransche invloeden op Jacpb
Maris’ , Oud Holland 61 (1946), pp. 204-12
Knoef 1948
J. Knoef, Een eeuw Nederlandse schilderkunst,
Amsterdam 1948
Knuttel 1935
G. Knuttel, Gemeentemuseum ’s-Gravenhage
Catalogus van de schilderijen aquarellen en teeke-
ningen, Den Haag f935
Knuttel 1938
G. Knuttel, De Nederlandsche schilderkunst van
Van Eyck tot Van Gogh, Amsterdam 1938
Knuttel 1950
G. Knuttel, De Nederlandsche schilderkunst van
Van Eyck tot Van Gogh, Amsterdam 1950
Kraan & Van Brakel 1989
H. Kraan & J. van Brakel, G. Morgenstjerne
Munthe in Katwijk, Katwijk (Stichting
Katwijks Museum) 1989
Kraan 2002
H. Kraan, Dromen van Holland. Buitenlandse
kunstenaars schilderen Holland 1800-1914, Den
Haag (Gemeen temuseum) 2002
Kuyvenhoven 1996
F. Kuyvenhoven, ‘Maris - (1) Jacob(us
Hendricus) Maris’, Turner (red.) 1996, deel 20,
PP- 4 32-34
L. 1937
L. , ‘Jacob Maris 1837-1937’, Algemeen
Handelsblad 24 augustus 1937
Laanstra 1995
W. Laanstra, Andreas Schelfhout 1787-1870,
Amsterdam 1995
Lafenestre 1873
G. Lafenestre, ‘Salon de 1873’, Gazette des
Beaux-Arts 15 (1873), pp. 29-61
Lafont-Gouturier 1994
H. Lafont-Couturier (red.), Etat des lieux 1,
Bordeaux 1994
Lafont-Couturier & Renié 1999
H. Lafont-Couturier & P.-L. Renié (red.),
Etat des lieux 2, Bordeaux (Musée Goupil)
1999
Leeman & Pennock 1996
F. Leeman & H. Pennock, Museum A M m I
Catalogue of Paintings and Drawings,
Amsterdam/Zwolle 1996
Lemmonier 1870
C. Lemmonier, Salon de Paris, Parijs 1870
Leroi 1873
P. Leroi, ‘La gravure au Salon’ , Gazette des
Beaux-Arts 8 (1873), pp. 140-50
Levie 1959
S. Levie, ‘Jacob Maris (1837-1899).
Montigny-sur-Loing’ , Openbaar Kunstbezit 3
(1959) 30
Liebermann 1978
M. Liebermann, ‘Jozef Israëls’, Die Phantasie
in der Malerei. Schriften und Reden (ingeleid
door G. Busch), Frankfurt am Main 1978
Lijst Goupil Parijs
Boussod Valadon et Cie., Lijst van werken
van Maris die tussen 1863 en 1874 door het
Parijse filiaal van Goupil et Cie. verhandeld
werden, Parijs 1900. Rijksbureau voor
Kunsthistorische Documentatie, afdeling
Archivalia, collectie Maris
Lijst Tersteeg
H.G. Tersteeg, Lijst van 574 schilderijen
en 215 aquarellen en tekeningen die tussen
1854 en 1899 door de firma Goupil et Cic.
verhandeld werden, Den Haag 1899. Behalve
werken die door het Haagse filiaal verhandeld
werden zijn ook werken rut de buitenlandse
verkoopboeken (o.a. de Parijse) opgenomen.
Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie,
afdeling Archivalia, collectie Maris
Lloyd Williams 1997
J. Lloyd Wilhams (red.), The National Gallery
of Scotland: Concise catalogue of paintings,
Edinburgh (National Gallery o f Scotland)
1997
Löffelt 1895 (1)
A. Löffelt, ‘De Jacob-Maris-Tentoonstelling
in Pulchri Studio 1’, Het Nieuws van den dag
28 november 1895
Löffelt 1895 (2)
A.C.L. [Löffelt], ‘De Jacob-Maris-
Tentoonstelling in Pulchri Studio 2’ ,
Het Nieuws van den dag 2 december 1895
Löffelt 1899 (1)
A. Löffelt, ‘Jacob Maris’ , N R C augustus 1899
Löffelt 1899 (2)
A. Löffelt, ‘Maris-Tentoonstelling in Arti’,
Het Nieuws van den dag 13 december 1899
Löffelt 1899 (3)
A. Löffelt, ‘Maris-Tentoonstelling in Pulchri
Studio’ , Het nieuws van den dag 23 oktober
1899
Loos 2002
W. Loos, Aquarellen van de Haagse School.
De collectie Drucker-Fraser, Amsterdam
(Rijksmuseum) 2002
Loos & Jansen 1995
W. Loos & G. Jansen, Breitner en zijn tijd.
Schilderijen uit de collectie van het Rijksmuseum,
1880-1900, Amsterdam 1995
Loos, T e Rijdt & Van Heteren I997-’9S
W . Loos, R.-J. te Rijdt & M. van Heteren,
Langs velden en wegen. De verbeelding van het
landschap in de 18de en 19de eeuw, Amsterdam
(Rijksmuseum) i997-’98
MacColl 1902
D. MacColl, Nineteenth Century Art. With
Illustrations from Pictures and Objects in the Fine
Art Loan Collection of the Glasgow International
Exhibition, Glasgow 1902
MacLaren i960
N. MacLaren, The Dutch School. National
Gallery Catalogui ;s, Londen i960
MacLaren & Brown 1991
N. MacLaren & Ch. Brown, National Gallery
Catalogues. The Dutch School 1600-1900,
Londen 1991
Mantz 1872
P. Mantz, ‘Salon de 1872’ , Gazette des Beaux-
Arts 14 (1872), pp. 5-66
Maris 1943
M. Maris, De geschiedenis van een schildersge-
slacht, Amsterdam 1943
Maris 1947
M. Maris, De geschiedenis van een schildersge-
slacht, z.p. 1947
Marius 1891
G. Marius, ‘Jakob Maris’, Elsevier’s
Geïllustreerd Maandschrift I (1891) 2, pp. 1-13
Marius 1893
G. Marius, ‘De drie Marissen’ * Nederlandsche
Spectator (1S93) >[ (overdruk), pp. i-S
Marius 1899 (if '
G. Marius, ‘Matthijs Maris’ , Elsevier’s
Geïllustreerd Maandschrift 9 (i 899) 18, pp. 1-19
Marius 1899 (2)
G. Marius, ‘Jakob Maris’, De Gids 17 (1899)
3, pp. 521-24
Marius 1899 (3)
G. Marius, ‘Een studie over Jacob Maris’,
Onze Kunst 1 (1902), pp. 9-16
Marius 1903
G. Marius, De Hollandsche Schilderkunst in de
Negentiende Eeuw, Den Haag 1903
Marius 1920
G. Marius, De Hollandsche Schilderkunst in de
Negentiende Eeuw, Den Haag 1920
Mellen 1970
P. Mellen, The group of seven, Toronto 1970
Metz 2003
E. Metz, De Molen van Jacob Maris; onderzoek
en restauratie, Amsterdam 2003 (niet gepubl^ 9
ceerde scriptie)
Montens 2000
A. Montens, Herkomst: particuliere verzameling,
Den Haag 2000 (uitgave in eigen beheer)
Montreal 1900
Anoniem, The Art Association of Montreal.
22nd Special Loan Exhibition of Paintings by
James Maris, Matthew Maris, William Maris
and Horatio Walker N.A., Montreal (Art
Association o f Montreal) 1900
Norbart 1989
R . Norbart (red.), ‘Nieuwe aanwinsten’,
Van Gogh Bulletin (1989) 4
Obreen 1891
A. Obreen, ‘F.H. Kaemmerer’, Elsevier’s
Geïllustreerd Maandschrift 1 (1891) 1, pp. 128-39
Patris d’Uckermann 1982
R . Patris d’Uckermann, Ernest Hébert 1817-
1908, Parijs 1982
Péladan 1910
J. Péladan, Ernest Hébert, son oeuvre et son
temps, Parijs 1910
Philipse-Paalman e.a. 2000
A. Philipse-Paalman (samenst.) e.a.,
Eeuwwisseling. Caldic Collectie, Rotterdam 2000,
Rotterdam (Museum Boijmans Van
Beuningen) 2000.
Plantenga 1938
J. Plantenga, De academie van ‘s-Gravenhage
en haar plaats in de kunst van ons land 1682-1937,
Den Haag 1938
Plasschaert 1909
A. Plasschaert, Negentiende eeuwsche Hollandsche
schilderkunst, Amsterdam 1909
Plasschaert 1920
A. Plasschaert, Jacob Maris. Een overzicht,
Arnhem 1920
Pollock e.a. I98o- ’8i
G. Pollock e.a., Vincent van Gogh in zijn
Hollandse jaren. Kijk op stad en land door
Van Gogh en zijn tijdgenoten 1870-1890,
Amsterdam (Rijksmuseum Vincent van
Gogh) I98o- ’8i
Preyer 1908
D. Preyer, The Art of the Netherland GaUeries,
Londen 1908
Rappard 19 96
W. Rappard, ‘Marius, G(herharda) H(ermi-
na)’ , Turner (red.) 1996, deel 20, p. 437
Reynaerts 2001
J. Reynaerts, Het karakter onzer Hollandsche
School. De Koninklijke Akademie van Beeldende
Kunsten te Amsterdam (1817-1870), Leiden
2001
Rodenberg 1902
J. Rodenberg, Werk van Jacob en Matthijs Maris
uit het atelier Maris, Aquarelles, collection
J.M. Rodenberg, Amsterdam 1902
Roelofs 1919
W. Roelofs jr., De Practijk van liet schilderen.
Wenken aan collega’s door een kunstschilder,
Amsterdam 1919
Rotterdam I940-’4I
Anoniem, Catalogus Tentoonstelling van schilder
rijen en aquarellen van de verzameling W. Palte,
Rotterdam (Museum Boijmans Van
Beuningen) i940-’4i
Ryskamp 1990
Ch. Ryskamp, Paintings from the Frick
Collection, New Y o rk 1990
Salon Parijs + [jaar]
Explication des ouvrages de peintures, sculpture,
architecture, gravure et lithographie des artistes
vivantes exposés 'au palais des Ch anips-Élysées,
Parijs [jaar]
Scholten-Klinkenbergh 1989
M. Scholten-Klinkenbergh, ‘Gemeente
Wassenaar creëert nieuwe tentoonstellingsruimte’
, Tableau 11 (1989) 6, pp. 76-77
Schultze 1996
S. Schultze, Pierre Henri de Valenciennes und
seine Schule; ‘paysage historique’ und der Wandel
Jahrhunderts, Frankfurt 1996
Schuurman e.a. 1962
Haag. Catalogus schilderijen, afdeling moderne
kunst, Den Haag 1962
Schweitzer 1978
G. Schweitzer, Verzameling van Bilderbeek,
Dordrecht (Rijksmuseum van Bilderbeek