
I I Jonge moeder die haar
kind voedt, 1868
Paneel, 29,1 x 22,8 cm.
Linksonder J. Maris ft 1868
National Gallery, Londen
Inv.nr. NG 2709
herkoms^ ^ H
Kunsthandel Goupil et Cie., Parijs, nr. 3667;
Kunsthandel Obach & Co., Londen; Collectie
de heer en mevrouw J.C.J. Drucker, Londen,
ca. 1898; Schenking 1910.
LITERATUUR
Veth 1900 (3), p. 252; De Bock 1902-'03, pp. 41- 42;
Eisler 1913 (1), p. 32; Veth 1914 (1), pp. 166-67;
Marius 1920, p. 142; De Leeuw, Sillevis & Dumas
1983, pp. 64, 76; MacLaren & Brown 1991, p. 248.
Op dit schilderij van een vrouw die
haar kind voedt zijn waarschijnlijk
Katrien en Guillaume te zien. Maris’
eerste kind werd geboren op 22 april
1868 en stierf 11 maanden later op
30 maart 1869 (zie afb. 20). Maris
maakte verschillende versies van een
zogende moeder, en ook zijn broer
Matthijs, die bij het jonge echtpaar
logeerde, schijnt het tafereel te hebben
geschilderd.'
Oorspronkelijk was de borst van de
moeder ontbloot, net als in de voorstudie
waar kleine ruitjes op getrokken
staan, om de charme van de gekrabbelde
houding precies zoo op het schilderij
over te kunnen brengen.2 De Bock was
geroerd door dit schilderij: In de
moeder, het hoofd een weinig voorover
gebogen, vol aandacht voor het kind, dat
zij met de hand in het rugje steunt, is
een groote liefde uitgesproken. Het armpje
van de kleine, met het omgewende hand-
je, geeft een buitengewoon typisch kinder-
gebaar; het vleesch van den zuigeling
is mooi vast geschilderd en transparant
in de schaduw.3
Maris stond in zijn Parijse jaren open
voor zeer diverse invloeden; dit werk
zou geïnspireerd kunnen zijn door
Henri Fantin-Latour (1836-1904).4
W L
1 Marius 1920, p. 142.
2 De overschildering dateert van voor 1907.
MacLaren & Brown 1991, p. 248; Veth 1900
(3). p. 352.
3 De Bock 1902-’03, p. 41.
4 De Leeuw, Sillevis & Dumas 1983,
pp. 64, 76.
12 Oosterlingen, ca. 1868
Paneel, 27,3 x 21 cm.
Rechtsonder J Maris
The National Gallery of Scotland, Edinburgh
Inv.nr. NG 1052
HERKOMST
Kunsthandel Arthur Tooth & Sons, Londen, 1899 ;
Collectie H.A. Laird, Londen; Legaat, 1911.
LITERATUUR
Anoniem 1957, p. 163; Lloyd Williams 1997, p. 2 2 Ïf
De Leeuw, Sillevis & Dumas 1983, pp. 63-64;
De Leeuw 1985, pp. 20-21.
Gedurende zijn Parijse tijd vervaardigde
Maris in opdracht van
kunsthandel Goupil et Cie. kopieën
naar vooraanstaande Franse meesters
als Jean-Léon Géróme (1824-1904)
en Hippolyte Bellange (zie afb. 37).1
Het is goed mogelijk dat Oosterlingen
op dezelfde manier is ontstaan. Grote
oriëntalisten als Géróme en Mariano
Fortuny (1838-1874) behoorden tot
de best verkopende schilders van
Goupil. Maris had hun werk dus zeer
waarschijnlijk van dichtbij leren kennen.
De bijna fotografische precisie
die Oosterlingen kenmerkt is ook bij
Géróme te zien — Vincent van Gogh
(1853-1890) beschreef diens werk
treffend als trompe-Voeil-photographiques
—■ maar de combinatie met het opvallende
licht-donkercontrast werpt de
vraag op o f het werk niet eerder naar
een foto geschilderd is.2 Voor diegenen
die niet zelf naar de oriënt konden
reizen waren er foto-albums,
boeken en geïllustreerde tijdschriften
als Le Tour du Monde. Bovendien
gold Parijs als de plek bij uitstek om
het oriëntalisme te leren kennen: in
musea, op ateliers en op de wereldtentoonstellingen
konden liefhebbers
hun hart ophalen. O f Maris werkelijk
gecharmeerd was van deze mode o f
puur in opdracht schilderde is onduidelijk.
Behalve Oosterlingen is binnen
zijn oeuvre waarschijnlijk slechts een
ander ‘oriëntalistisch’ werk aan te
wijzen: De siesta, 1871, waarop
een odalisque zich neervlijt tussen
prachtige stoffen en pauwenveren.3
W L
1 Volgens de lijsten van Tersteeg maakte Maris
in 1869 een kopie in waterverf naar Le Caïque
van Géröme (Lijst Tersteeg nr. 2338). Deze
kopie was onlangs in de kunsthandel in Den Haag
(foto RKD). Het voorbeeld was de olieverfschets
voor Gérómes Promenade du harem, een doek dat
op de Salon van 1869 te zien was. Boon 1999,
pp. 18, 25; Ackerman 1986, cat.nr. 188B.
2 Brief aan Th. van Gogh d.d. ca. 26 augustus
1881, Van Crimpen & Berends-Albert 1990,
deel 3, p. 1663.
3 De Leeuw'1985, pp. 20, 21.