
63 Arend Willem Maurits Odé
(1865-1955)
Jacob Mar is, 1895
Brons, gegoten, 28 x 43 cm.
Gesigneerd Odé '95; gietersmerk J. Peterman
Bruxelles
Gemeentemuseum, Den Haag
Inv.nr. BEO-1900-0001
HERKOMST
Schenking Kunsthandel J.J. Biesing, Den Haag,
1900.1
LITERATUUR
Wagner 1972, cat.nr. 169.
Odé is bezig met een buste van Jacob
Maris. De meester poseerde reeds eenige
malen, schreef een journalist in het
Algemeen Handelsblad van 5 maart
1895.2 Op i i augustus was het beeld
gereed en kon men het zien bij de
Rotterdamse kunsthandel Oldenzeel.
Tevens waren er reproducties
gemaakt van getint pleister: Maris zit,
de hand op de knie. Het beeld lijkt goed
en de groote meester is er zeer mee ingenomen,
schreef ditmaal de Nieuwe
Rotterdamse Courant.3 De auteur en
kunstenaar Philip Zilcken (1857-1930)
was ook tevreden over de gelijkenis
met de zitter: De beeldhouwer Odé
maakt een vrij bekend statuëtje van
Maris, dat wel zijn type weergeeft en
precieus is, omdat het zijn geheel figuur,
ten voeten uit, bewaard heeft.4Johannes
Gram beschreef in 1880 het uiterlijk
van Maris, wiens dikte en breedte minder
in ’t oog zouden vallen, als zij die niet
met zijn kortheid moesten deelen. Zijne
lange, achter de ooren gestreken haren,
geven hem min of meer het voorkomen
van een Duitschen componist,s
De Delftse hoogleraar Prof A.W.M.
Odé studeerde onder andere aan de
Academies van Beeldende Kunsten in
Rotterdam en Den Haag en aan de
Brusselse Académie des Beaux-Arts.
Van 1898 tot 1900 was hij hoogleraar
boetseren en beeldhouwkunst aan
de Polytechnische School Delft.
Ondanks zijn technische vaardigheden
werd hij niet beschouwd als
baanbrekend beeldhouwer.
MM
1 Deze Haagse kunsthandelaar en veilinghouder
kocht in 1899 de nalatenschap van Jacob Maris
op.
2 Anoniem 1895 (1).
3 Anoniem 1895 (2).
4 Zilcken 1899, p. 198.
5 Gram 1880, p. 92.
6 Van Daalen 1957, p. 75.
64 (Joseph) Henri Teixeira
de Mattos (1856-1908)
Portretbuste van
Jacob Maris
Brons, 58 x 43 cm.
Gemeentemuseum, Den Haag
Inv.nr. BEO-1918-0001
HERKOMST
Aankoop 1918.
LITERATUUR
Wagner 1972, cat.nr. 238; Thoben 1977, z.p.
Van Teixeira de Mattos is bekend dat
hij een gepassioneerd beeldhouwer
was. Op zestienjarige leeftijd begon
hij zijn carrière bij de Amsterdamse
Bank. Daar klaagde zijn chef echter
over de grote hoeveelheden zegellak
die de kunstenaar-in-spe gebruikte
om te boetseren. Na anderhalf jaar
hield Teixeira de Mattos het inderdaad
voor gezien bij de bank en ging
^studeren aan de Rijksacademie, waar
hij les kreeg van Frans Stracké (1820-
1898) en August Allebé (1838-1927).1
Hoewel vrouwen en dieren
Teixeira’s voornaamste onderwerpen
waren, maakte hij ook verschillende
portretbustes in opdracht. Zijn beeltenis
van Jacob Maris voldoet in alle
opzichten aan de beschrijving van de
kunstenaar door Phillip Zilcken
(1857-1930): Jacob Maris [had] hoe
zwaar gebouwd hij was, een Olympiesch
karakter. Hij had, zittend, iets van een
Zeus, van een Jupiter, door de verheven
kalmte, de mooie, sereene expressie vanzijn
helder gelaat, waaromheen de leeuwenmanen
golfden zonder eenige pretentie,
als de voor hem eenige wijze, waarop hij
zijn haren kon laten staan.2
M M
1 Thoben 1977, z.p.
2 Zilcken 1899, pp. 196-97.