
43 Bellenblazen, ca. 1881
Penseel in waterverf en dekverf, 465 x 334 mm.
Linksonder J Maris
Rijksprentenkabinet, Rijksmuseum, Amsterdam
Inv.nr. SK-A-3677
HERKOMST:
Kunsthandel Goupil et Cie., Den Haag 1881,
nr. 10158; Collectie J. Staats Forbes, Londen,
1891; Collectie de heer en mevrouw
J.C.J. Drucker-Fraser, Londen, 1898; Legaat, 1944.
Ifijf ERATUUR:
Van Gelder 1935-'36, cat.nr. 144; Dé Gruyter 1968-
'69, deel 2, p. 20; Van Thiel e.a. 1976, p. 813; Loos
2002, cat.nr. 76.
Het ligt voor de hand dat de kunstenaar
voor dit soort huiselijke tafereeltjes
zijn dochters liet poseren; in dit
geval zouden de voorgestelden
Henriëtte — de oudste, die in mei
1869 geboren was — en de een jaar
jongere Tine kunnen zijn. Op basis
van een opmerking van Théophile
de Bock heeft men wel gesuggereerd
dat Maris zulke aquarellen vooral uit
privé-overwegingen maakte, bijvoorbeeld
als cadeautjes voor zijn vrouw.1
Maar de voorstelling heeft een allesbehalve
portretmatig karakter en
werd bovendien door Goupil kort
na voltooiing in de handel gebracht
onder een genre-achtige titel,
De Milanese kunsthandelaar en
criticus Vittore Grubicy de Dragon
(1851-1920) stelde zich ten doel de
moderne Italiaanse kunst te bevorderen.
Om kunst te zien en handelscontacten
te leggen, reisde hij veel.
Van 1882 tot 1885 verbleef hij in
Den Haag, waar hij vriendschap sloot
met Willem (1844-1910) en Jacob
Maris, Anton Mauve (1838-1888)
en Hendrik Willem Mesdag (1831 —
1915), maar ook met jongeren als
George Hendrik Breitner (1857-
1923) en Philip Zilcken (1857-1930).
Van hen kreeg hij dikwijls schilderijen
en aquarellen cadeau, vaak met
opdracht.1 Op de achterzijde van dit
kleine, vlot geschilderde werk, dat
Grubicy in 1882 rechtstreeks van
Maris kreeg, is een aantekening van
de Italiaan bewaard gebleven: Toen
hij me in 1882 deze [. . .] briljante studie
gaf, heeft Jaap Maris hem voor me gesigneerd
met de punt van een zakmes. Op
mijn opmerking dat de uitzonderlijke
schoonheid van de schets een vollediger
signatuur waard zou zijn geweest, heeft
hij de ‘inkerving’ nagetrokken met een
penseel. Vittore Grubicy de Dragon.2
W L
1 De Leeuw, Sillevis & Dumas 1983, p. 94.
2 En me donnant en 1882 re [...] brillante étude,
Jaap Maris/me l'avait signé avec la /pointe d’un
canif. Sur ma /remarque que la beautée [sic] /excep-
tionelle de l’esquisse aurait /méritée une signature
plus /complète, il a bien volu [sic] repas /ser I ’
égratignure avec un/pinceau.
De zeepbellen. Er bestond duidelijk
een markt voor deze intieme salon-
stukjes in waterverf.
C v T
i De Bock, i902-’03, p. 58. Uit de context
blijkt echter dat De Bock hier doelde op de
kleine olieverfportretjes, waarvan er diverse
bekend zijn.
Moeder en kind in
de tuin, ca. 1882
Marouflé, 24 x 19,5 cm.
Linksonder J. Maris
Particuliere collectie, voorheen Collectie
Simonis&Buunk Kunsthandel, Ede
HERKOMST
Collectie Vittore Grubicy de Dragon, Den Haag,
1882; Collectie H.A.M. Stuyt, Haarlem.