ihsecten-voêr, aanwezig J s en dan de'beziën of vruchten nog niet rijp zijn. Tegen
den tijd van het tweede bxoei^ m Jitlij) daarentegen-zijn üe |e ’vruchten .tot rijpheid-
„ gekomen en worden dan' ook door- de 'gëj^e'elè::farnilie Tuinfluiters genuttigd.
Tuinzangers zijn. hogêsl^nrittige diertjes', al raken zij^opié ons tuinöpft aan.
Het. aantal schadelijke irisècrfferi, dat-'dèbr-eèn '‘pdar-bröéijende. Tuinzangers wordt
opgeruimd, is inderdaad'verbazend. In d ^ z om è r vernielt ieder individu,‘dat eehe
huishouding te*,yerzprgep^ heeft,1 dageïrjki bijiia-zijrr eigenflgewigt aan insecten,
waarvan.'dee.njeesten ydo^plant én, vruèhtrphadelijk zijp.’ Daarom morden onze
-^oinergasten bijna overal-bèschèrmd «fe gaarne in'^ denboomgaarden -'gezien. '
; ."’Ofschoon (J4 fuinzhngers zeer algemeen zijn, worden zij met'fzbo. gemakke-
lyk opgêmerkti1 ais de meeste andere onzer gevederde' bezoekers; temdeele is .dit
tó'4 ‘te sehrijvéxr aén dejefentbonig graauwe Meur van hun vedertósed,^‘tnaar-voör®lx
dok' aéh-het““vioörzigti|e Van hunne bewegingen;'bijna, a<Mijd toch;sluipen-<zij in,heti'
mlcfdfen ^def beèsters, en slechts zelden'vertoonen zij ziéh op uitstekende Jtafekeh'i
a f . iii.efehstaandé -struiken. Ook Vertoeven zij nooit lang intéén boofh, Wanneer zijl
vóeösèl zoéken, maar “gaan geregeld in eene bepaalde’rigtirug vöort en vliegen digt
bij deh grond, en'wel regtstreeks uit bet midden van den éeflèn, naar hetuniddeni
van een'- anderen in.de nabijheid staartden struik of teester/lh5
' ^Wegétfsl1 'het 'eenvoudige -van -bun vederkleed^- dat »aan oufhfen jbngjen aatt;'
beide seksen eigénhajj bieden zij weinig sierlijks als1 kooivogel «air; zij yargpddetoH
dit echfer ruimschoots dbor bun vrolijk stemgeluid. Men kan hen zeer goed'in ’tl
leven houden, doch zij zingen niet spöedig/ ténzij bij eene doelmatige^behande^,
bng. Bis noods kunnèh- zij gehëpl bditeé insecten,atsdaëif hun gehakt-vleesehy'
met ei dooreengemengd, te eten geeft; evenwel zijnjmeelwormèfttvoóf heb,'-.evenals!
voor allé andere eigenlijke Zangers, éën dieVeKrigsko#lnliitS6ch|n is de Tuinzanger
veel'ihinddr gulzig, dan Roodstèartjes, Roodborstjes en Nachtegalen; hij. slikfrdanJ
dok den' worm niet in eens geheel in, maar doodt hem eei*èt door eehige slagen
riet-d ih jb ek , draait e ^ kêèrt hem dan nog eens dïrt> en vemveigt herai niëfc
Vóórdat’ zijn slëgtofer hoegenaamd geen teeken vatl levei^theèr geeft. Behalve het
bovengenoemde voedsel,-’geve men " dezen vogel na en dan dok wat aalbeziën,.,
bróodkrairhe^; • mieren eijeren én* in het najaar of. den nazomer , vlierbeziën,
stukjes pruim, perzik of abrikoos.' Sj