éiet 'eene .pop \a n ‘kleverig *pecksej «n vermolmd lièwt of -VrzHs vaiï%-dr<ïOgilun
koemest, e n ' ' b e k l ë e d t ‘ifov^ai'gé-'mr f*difhne plafttorMradimerMiaar
%'{DjVeij<?ren -^rhen vindt er^gSwoQnMjk ViefN&t zef» in ern 11jklf iïu
dezelfde^rbotfe*als' die>-vam de^'Spfëê'uw, maar zijn meeral 'ieiWVmmiler puntig
De!%fbnd0êü.r'*' te' helder iDlaaü^fMnÈifsferk'er van%ïïltir 'dus van denJ
Spreeuw-),‘‘«mei (■»■nigëj gtoolr en kkine,MouhVft'purperen^lekken; o\eF^i($^]lLoi$
"Vei-spreid. In een Engêlëch^wèrk,' Tke^ZoolQg'isfyMz.d # 7 5 , ---wordt.gfewa’g gemaakt'
■yp^e'lnè'^vari'ëteit‘Van‘Me’^eijdreni“%amelijkv^tte^!rng|ï,dróA’kèrreode vlèjfted.
^H o o g st ^fahi^r liijnlijk.mdeifit' het -mannetje geefiWfeel-' aan $<Hf aöijing, alllun-,’
Waar éen^tfesffusf hoort men altijd het .’mannetje'vingert en k v\ e I^Wfi^ihi -A ji'ee11
nbg niet waargehómen,jdat •yogel#*zingèn terwijl zij zièfèh^tfe'bpa’eijem'
^■düejongen worden met in->e(.fen'i>e\oèid , zoodia /ij u Is ouder ïe^oiUen^T-ijn,
krijgen zij ook wel'eens- beziën, ' VoTdra&alS èr*niet -veèl -ihMTtcn'ï^fnrh.mdm /nn.
Even als dit bij vete andere .vogelt, ge^Juodt, zorgt'ook hiei tde-'moed, l
Werpsélen dfer jongen op eénjgen afstand iVhn het-nh-l '\ng te- wulpen, tui nnde<
dit niet te verraden. Dé-ze-voorzórgsmaatrègel wordt'-ëtpèfnaeeslal vei<jfirt< hl/aamd,
ZQodra de jongen grooler geworden zijn, trouwen-« eldri /ij dan 'ook meerden /ou,
bij -geyolg^dfe moeder het-met ha lemen- bréngen wel wat teidruk' krijgen^- ••
r ‘Nadat de jongen “Voor ’I eerst hel ouderlijke mest'.verl.tlini^lfedft^^jvt rï-
zij nog eën paar- dagén in'de nabijheid -en stellen z n l i ^ t j o r ^ ^ e f f l i ^ r p ^ »orr-s
f e - de -besohejtomg hunner ouders. De eerste dagen»swingen -/-ij mp4i^nigr\in^-
roml en geraken dan dikwijls \e r yan plkander af, maar^fegeii -dén. a-wmd' kup/enY
zij weder allen bijeen en brengen^ den nacht gezellig-dobr/. v
*‘l' De ouden eten inspbtenf namelijk larven-van'kekers en vlinders’, mad-n, wfir-'
nién, vliegen" enz.,- maar geen harde-kevers en oplrgeen ^ p fw lin d e rs* of bijeh
en wespen?-’ In .het najaar - voeden zij zich met allerleiMaezaënT en -men-Wè^fdai-
de'beziën van der tBaceoe sorbae spefeiaal „lijsteïhessm” genoemd Hvörden YoiMrt
deze vogels 'ze" zoo-gaarne etenj maar ook-de beziën vin déplier, frambozen^
Moerbeziën en druiven1 behooren tot hunne najaarsspijzën.
De zang van het mannetje heeft iets zeer aangenaams, enis*-zeer gevarieerd;
nu eens kwelend en sjilpend, dan weder krachtig,en doordringend.' Spmsfoheeft- hij.’
pas ëenige korte, Welluidende strophen herhaald,.of op eens wordt zijn geluid zacht
enidoet aan dat van.het--Roodborstje dénken-,, terwijl me^even-te^orên-een Merel’
{T- merula) dacht te koeren. Altijd ^zingfr.^ initempe-’sr, en gewoonlijk h i p hü
o n d e i ’ izingen-,op een en denzelfden tak fitten. Midden op 'dpp dag hoort mert
bom ■ magr,. ge\\pppjijk -> morgeps vrpeg-;’pn ^tegen den avond,: en zelfs nog
lang na. zöihrtmleijgmg.jkvyeoll on zihföföl^j;7i,4--
, Mm -fel i-jfji /andiptpi *s^fcög,w, doch in tuipen, waar zij nj-et gehinderd wordt,
is zij urtionwejijkei en vvordep teomnugtn zeil* mak ,ZPQ,, b, v zit in denZoölo-
gn-(Jipn ,tuin<li i Lond( a, 'lak bij. degm^ootu),ingangf^M'-jgedert innige zomers ,een
Lijllc^ altijd, in ^|i^ideiv.B'daai raahvyezigpji J^ipv^ïj^fëPris -een. fameuse zanigi‘
i , .t,n,1y)()j.cd!.t^geaJ)don >iyvud. alkuiMte, 'h inorae.nsfmt i.ohgfiVftftr plf uur, doet
jiijl.,zijn uit-oi -te<*ln$f ^De ."hvoup.Ti,- Kwaai»ip hij /ich daar ’opkopt, zijn niet hoog;
dagelij^s^pa-'-oit-n. <r hojideriden-- pippgèheii,"''Iïiaar, toeh zijig! ;die Lijster rustig
,i nu,,en, da]a op^is-yin,urjhdo^^f.nigtu. loerende,,■ die ,?jch onder zyne zitplaats
heen en weêr (bew^gL
^Eciös, zingende Lijster in p è n tuin <gegft. genot daö een Nachtegaal;
want defvLijpter zingt bij d,ag;, begint daarpie(jef:rroeg^?‘ in^tjhs leptév' dan de Nach-
, en^pipdigt. eer&tnfflaldat* I mlaat-stgengemde ^ d s . twee maanden, gezwegen
‘kèeft. dfË|K n Voorbeelden van sLjjhkrv-.-iSi^&S^'^i^rwihteréttde^-zelfs in het
barre- S^.%pen bij^ hélders) we der,-izifhj gieten .hoorspjr.v
In gWrangensphap gingen' zij. zelderijj^oo,.,fraai.als in vrijheid;<velen zingen dan
^/élI’W'in’ ’.t^-go.heelmiet, .docli.-.-'Ommigep, heginaen? daarmsdo-re eds -in. Janus rij en geven
tot j.n Noy^rnbei -bun gèmng'"tan-'befte. Men1 vangt ze met de bekende lijslerstrik-
ï^j'n, do< h nu n dunt daaibij w< 1 op te p ^ t0 « daar -Mél vogel zich anders alligt
föwwpigt, i.i nimffisgi^ (]e?o \yjj/e van< vangr n, nn ei dun-lm oriitigpootere sqorten,
T. pilaris, T. ilidcks, T. m.erulu,, voor-^pordiors -üif, wiLdliamielaion, magtig te
^vpudon'^lv'ii "gcschikler-, middel, om- Zangh^tfri-j Ie ^,iM'gèu,^lJest!iat in vier-
kaïftW'knipkoditte^,Wén \« t- lang, <n %$voeJ breedM%hoo.gf .waarvan-,-het boven-
^ededfe-nV? .een dag of knipt kan opgr/'t w o rd e n e n waarinip è n .eemge ,levende
meelwormehs;, .of in ’t najaa i- djimr-be';v- n en meelwprmen,, als lp p ^ a an b ren g t.
.Ook, met lossft-Sypoutjes?/die.f'0.d,derML'essendrg;gende*'bpomenj?in den'grond ge-
|s|oken worden, kan men?Zanglijster-- vang.en, waarbij, mpn .echter,moet oppassen«
^dat zij haar -gevederte-niet beschadigde; Waïit dan zijn zij niet opgeruimd .in de
Éööi: dan treüreniM|rséh zingen nieL Jong *|èvpg,en «voorwerpen van het eerste
;'bróeisel zullen stfeedst vde; .beste^zaligers; woFden1; - <he - van het tweede of laatste
groeisel zijn'meestal zwakker. 'Aanvzeerjmge;» uit het nest gehaalde of met nest
en al verkregen. - voorwerpen Hgêvè: men eenr,mèngseL .van gehakt raauw vleesch;