DE
m m m m m a r b o r e a .
De" Boschleeuwerik, eene'jun. dendrie wonen .ofyAkker leeuwerik, slechts weinig
verschillende t sport, bewoont .'luudeat hfiké .Vl’ak^n^lÉd^^?11 en jn#k laag hout en
struik bezette duinen ||f|rid'a,ar' daft mefi hpfn ook BoomVeuwerik noemt, welke
naam J |h E g mintje^, juis|f is , ■ aa.ngpziep !daze 1 vog#^^®:^ëlden |op;,de takken
komt., Yopr, ’t overige Belonen hêid^%qp;rten -jjrijéljde landen!j'aUeén trekt de hier.
afgebeetd^^öA iets minder Zuidelijk ^eg!\,;
. .PmRoM'hJoeu^crik is vpol niipfêr algémeen of.AkkerleeuWerik,
met welken hij dikwijls jyordt verward;d?eidff»,SQprten hébben- dan ook, wat de,
kleuf betreft, zepr, vqek|Qyg^nkQmst, en, wordt he|c„ verschil niet altijd zo,o -
spoedig, öpgemerkt ^beVfljestaat namelijk dèarin, 'dat^de Boschleeuwerik een tarnen
lijk korten, ' nagenoeg vierkanten, staart heeft, .terwijl die van .den Akkerleeuwerik
iets langey-en eenigzifts "Vorkvormig is..Bij den Boschleeuwerik zijn de wangen:
donkerde?;f*cï'dè!,§t£epen over den krop en rug duidelijker, de lichte' streep boven
het oog< blanker en b r e d e r , de, yier middenstaartpennen .donkerder en de nagel
'aan den- achterteen ve'él korter- dan bij de, G,ewone soort., - -
Er isdhij den, BoscMeeuwerik ;geen ujterlijk~^r^chil.tusschen'de seksen dB:
te merken. De .eenjarige jongen onderscheiden .zich van de ouden door hunne*
minder gevlekte, doch rapet,van donkere randen. *yoorziene veêren. Pas uitge-
koraen, zijn zij -bijna niet van,.ide^ jonge. Akkerleeuwerikken te onderscheiden ;
alleen zijn zij. ïejs; kleiner.
De Bd?chl|eüwerik maakt (èè,n betèr afgewerkt nest, da’n zijn1 soortverwant „ de'
Akkerleeuwerik,;Trhijj|d)roeit dan pok niet, geijjkvSezè* in het hooge gras, maar
gèV’öonlijk in de bosdchèn, nabij öÜ5 tuskcheir;wortels van groote boomen. Men
vindt zijn nest ook .«p^teT'J^ide, of onder heesters en struiken; h e t^ v a n