1IET BAEMSI JSJE.
i ii i n lUji i WÊlmÊÊmm
. Barreen zijn wnkaclititi«' dpor hunne- gestalte 'eéne; op zich zelf
-t.wif,tlt‘ ,gi)oop ’snraieHién^(te(M@pJk>ti rj otmtliojogtn al-, -een"meuw geslapt, Aean-
ih n fili'Aeqiot/iV',* vvojdeji'lH^èMau^ d. Zij on<li r --tljpiden /i( lvvftn de Vinken,- ten eerste,
dooi- hun / m i , konisihen tijAyaidai ,aan dm w n t I e&dejr-bovenkaak röëjt‘*3z|chte,naar
\oien kt (r d c jkt]C>> Ik zi 1.11-, t< nefcwM d|M, dyoi, hunne, "Linkete gestalte, ian-
emen stiait jftf^nnlhit vlenm N, aNmedo djiot huntn kei te-en ipm scherpe nagels
voorziene poQtm -Zi|' ‘■ taan, wal- deït*alg^ü^eiiei^^rm-betreft, tusschemde-Sijsjes
(Chi »i'-imnlYi ')i m de^jvfuuti n < Lino^a)\ in, grü|Si;W^e. zij ook in hunne bewegingen
en lr\mswi]/c \ii| wel owmastmimen
DerBa^rnen bewonen Rui opa ou;N Atnenka Bij he|Meii)ie''"aantaksQorten,is slpchts
weinig ondenling fftgsoh^il van \ oi m kleiïi, en sU mr < luid qpjh^ raetken. De soort uit het
Jkojadp Europa, namelijk./bmi/Zm tu tm o ö t'i, i- hijua-men groot qjfjjgde Vink; zij heeft
'de/( lfddV'Vjjairen en de/( lld< kluimerdeeling jaJsI'A.. qyer het geheel
blanker; zij- veyjoat lat koude Noorden nomt, m m in Nederland nog niet
waargenomen. Imjtweede jsóorb AcmÏÏas Midden-Europa. De
^kT?de..smrt1- AcJmtfyis lin a r in , hiocit in Nobid-EtiTOpa en^be2oekt, Midden- en Zuid-
JSuropa op den trek. ,
Van ;dj|s/vogeltje -Ihé'^an, ,^|lg“en^y'SOih®igen, verschillende rassen of
SOQTten, namelijk, ttefe, grbote^jfèlit^ ^eskleuirde» M^'Acawthis HollboUi; het Gedode
Barmsijsje, ook Paapje genaamd, A. Unctriaj en.het kleine, het zopgenaamde
Steenpaapje,,. A. ^tüf&scetys. Bij ^ferd®Eei- Barmsijgjes. of .Paapjes heeft het mannetje
rood aan.de.^Qnclerdeelen, y,d^;J|s| ins allé andere opzigten aan het
rwijfje.gelijk. De jongen hefchen, als zij het nlit verlaten, reeds het rood aan den
,kop, maar- zijn dan nog van onderen, meer .gestreept, terwijl de kleur van den