DE REAMS TOGrEL.
,MRDUS PILARIS;
^ÓBe Krams vógel'behoopfc >to t «die Lij'sfefs, welke'ons land op den trek bezoeken,
doch iiiet hiér' feFööijóni H u i eigenlijk vaderland, of liever, de landen, waar zij
fekfeijeft, zijh ZWëdëii, NoefWÓgéó,' feslaM^i^ch'ótla'nd. OokHn sommige streken van
DuitscMand wórden !zij!bro'èijëiidè {aangetroffên. 'öp den trek bezoeken zij Noordr
Aftiikal5eïif|ie't Jgebéele' MdimöVaff'Éui^pa5. ^Voorwerpen, djeifln het gematigde Siberië
ètv iir Mèifi-Azië Vöörkoiïfen’,' schij'ïïeh niet van de Europesche te verschillen)
f)^W )tóafosv0§”êl,s vereeHijnen hiër tè lande omstreeks October en trekken hier
gedijende dM ’PjèBe'éleh Wjrttef'dn* ge wööniijk vrij'talrijke troepen rond', veelal geza-
füëblijk met m p M e ^ (T.:muèuè)‘^w^m. Lijders, Spreeuwen en Leënwerikké%
pHihi- ti< k \li _’< n /i\ in -geïëis^iap’'viö GóttdpIevieren, en blijven .dan--hoofdzatee
|ïijlf®op den giond-Wg ^ lJW. echtër de'troep <uit Kramsvogels alleen, dan ziet mén
ze Imffestaï blf|en'in de hoornen, ofjykhet lage', doch ontbladerde . elzen- en wilgenhout
, langs Bouwgronden of moeslanden.
’"Het zijn’,‘-chüw,e,tonlustige vogels, zelden laferi /ij èeriigi geluid^ hooren, en
|$eJwgonlijk hd^de'xr zij zich” niet lang im'eëjcfe\'en ^dezelfde streek op, maar vliegen
steed'-./’'als voortgejaagd, van den , grond naar den boom1, en van het eene* oord
naar het andere. -
i Het maflhetje heeft eenig/ins^ sterkere kiemen, enMë.geelbruine tint op den
-krop komt bij hem iet6- meer-uit,'dan" liij het
* -De? jóngen ikijn regelmatig over het ë e ^ p ie -ljgehaain .licht en donker ge-
^fekt-; ?dd'taig en nekve^ren- hebben witte .’vlekken; daarentegen ontbreken hun nog
"de in Iftopgloapénde z,wkm stippen in den hals.
Het nest vanxden Kramsvogel is groot," half kogelvormig, doch slordig bewerkt;
de bouwstoffen begaan uit worteltjes, doode bladeren, draden van mast of den