tsie, tsie, tfie, tsie, tsie, tsie, tseet, éè” rd e Graauwe Gors: tsie, tsie, tsie, tsie,
tsie, ter, rül-il-il-ü”.
Zij eet allerlei zaden; graankorrels weet zij op.even eigenaardige ^ ^ b eh e n dige
wijze-uit^de halmen .te pikken ; zijwijpt nam&lijkydiët den- bek j^fcörrel aan
haar wortel, §n drijft haar 'zoodoende naar" buiten. Daarbij rukt zij dikwifeggehéele
halmen uit den. grond, omdat zif'döor hare zwaarlijvigheid njet?-legen de halmen'
kan opklimmen. Vindt zij echter derf stengel r.te‘-valt 'in den grond gegroeid , -dan
vliegt zij naar de .kotenaar, neemt ^ e in den bek d atilt en mede naar den _imid
-houdt ze daan met* den jaoot,. vast, en eet ze" op bovenomschreven \vjimj Ic^dig,
zoodra zij mi Weder4s-opgevlogenrylt-de'halm weder, ib t zijn vorigen-stand,
ëa, daar alleen jdn'korrêlsT' maar niet-hare omhulsels , TvefniëSg4 zijn ■.■^Hjjifii.iih
halm hogpM-^en onaangeroerd. Voor-zooverre bekend isv;zijn < l _ n unl h )\ijaj
gels,* welke op eene zóo-schrandere wijze h e r nadeel, datl-znltl p la-ndman-^ ^
brengen,, weten té bedekken. ; " '
In gevangenschap is de,Graauwe Gors. e^Szee'ri'stilte-iyq^L' A-llef'n jonpöpgfe
kweekte voorwerpen-worden tam en yertrouwelijfe. -Zelden:,,jerp.iiimjïnog alleen in
eene- ruime vollière, zingen zij; daarenboven worden zij spoedig \ot en tui,-i<m
verliezen dan gedeeltelijk hunné veêren, zoodat zij mérè'aantrekkelijkkiflée^be«ittën.
Het zijn dan ook over ’t algemeen* de minst sierlijke en dde n ie e s t -
lijke van kooivogels: vandaar dat. men zeTslefehts' zeldemalsvzóodanig'aantiielt.'