S. Krueperi de/gewone soorten/zéèp,nabif'èn zrjn; alleen iets duidelijkrrrn helHcf-.
„der~gekleurd. Men/vindt dit v^gelgeslachfr'in-Eiifopa,, JNtsord-Afrika, Azië, Au'-tidlm
, en^NoQfd'Araerika^'Vertc'oen^.oordigd, terwijldekGèwonp-,söojt inm,'ïiij7 (>nd( r ui
vde„ gematigde en Westelijke ^tieken van Europa le lHii&,4)pimj^fe>'
; ‘ Mannetje eii wtjljf <^gfi*n*hetzelfde weÖfVkTeed/;^l)PFjia.u]eiè -ol het graauwe
van het .gej&ddrtp sraidt 'dug bi| de/cn vopcljiaH Int \fjwhd im tv el
r^imerrtëgéh-heP/verbchil yah'.tajr'getii'déV'v&rmit' ^ | fl^xddrwerpprjv~. welke juist van
_ veêtpn wïielïh¥n v e J^i^|ld r yéef blankeÈ/én’scho’AnOT/yijn , dan hun^^rajftgfiiiTjo^
ten vóór^deh--ruitijd. He£~wiifre^ M ^$jroeft 'een aanmerkelijk korteron-« •jinvet^i
s Dêj/jongen In hh n rn_ u< ■ _ d i/T lj^ I 1 iimil il' >l< .uid>ir dmli / l ii h hi|-
zonder.néy uit/ het gsii s * * o p * , i sbi j hen ineei pen ZarbJ/^lvv-gfrojs, hunne
^wdeydedènt^ijrfj;za£ht., glanzig, wi t l e i wijl de 'kh'UF.det. zijden pnj,verdere
"iidi idti li n' lu| In rt ji i|i • |i. Ii|k*iiiitl.n hl, m11Iian^*j/i4irilielite^i.s dafl b ij^ ^m il?
fden- Bij verlaten?-“vaii het nf j j | zijK^^gekikleiner^^n' sljndiprnllan .nMyol-wivs-
sen voorwerpen.
Het yneSt ‘ligt in ieen boonjgat^[«Bii&j.tal in dal \ :>rijpeeiï'.aTOle^wqlèdëel'tcliik
jveimdlmilen" hoomb^mi, rn ikdxit worteltjes en (lo^^hlujdeiVn zaïïiPiigesteld f{.
hi Jiiniiii ili iluui In ui midi n In lu ii ld w nlen, /i|njwJl jim t, iJb<-st'Hl< k-
ken^e»-*gd^kemop die-der>?Mees, dogh^zijn, afficfojds.de»>l(Ajkttd ^ ^ ^fet.er~ j
i2j*Z‘eép zelden be|rektSlt%|niderp|iar eene - woning,; z,ondcf deze aan .reparatie
te onderworpen;Sk h it gal te^naauw , dan hakken |ijï®ri^pn%>id’, fpkda't-hëlf Z i jn'f;"
hëB@:lijkeL wijdte verkregenVÊ^eft; is het % wijd dan'-pli pteien /ïpir ^U|k londoip,
totdat er niétMneer^, ruimte overschiet, dan moodig, ij, om neiiiijiipr^tejlalen^Zijihe-
klëeden dus ómder dé. vogels -gelijktijdi^ hetamh^&i timmerman en.lv an metselaar \
e®-|H50oral in het eerste vak\zijiijzij -zeer, ervarem- Ofschoon met. »z;j)Mdege^ijk’toeT'
ge^uste,als4de Spechten, hakken enjiameren zij toch, even- urn iiiiin nl ui.ilnni
hunne volharding in den arbeid komen-zijden1 -verfhals de %echteSCdie met §teih*
ker gereedschap ^werken. Hun snavel- is' jffelr zod beitelachtig schefp als-jlip-der-
Spechten;' doch^fën.. .spits'; - zij splijten Bipte/rdijpi- splinteren.. Daar z ijlo t ,mijne-
geliefkoosde-^ kooivogels belmoren.hebiib|er steeds een ofemeer,*in mijne nabijheid,
en- een zeer/fraai- voorwerp vliegt, terwijl,ik dit schrijf,'/door,/de kamer
rond. De- lust > om in eene kooi. lte. leven ïïFbij hem geheel ^voofhjj. , Reeds van drie
hóuten kööijen -heeft hij de wallen"doorboord, altijd "met het .hout aan deftralie-
■zijde beginnende/ »gewoónlijk splinterde hij van ’saochtends vroeg tot- in’ den' narfiÖüag’ij!>
ëntohaakte- Z'óödóyh.dei'binden *4 1 5 dagen een gat, groot genoeg om
daardoor' zijne* ^ * v ^ e n ls te ontvlugten. Een ander voorwerp, even groot lief-
hihbfi van tmimnui1 >wèrcl' ’in Óetie'^ijz'ei^a 'ltooi geplaatsttöen het daarin niets
étna'ëtö^te^brèkön vuniW'vette' hötlzjcln aan ’t werk op de houten lade, heteenige
/hout in' dëhköëi;11/,!
,,] '\ ei li df ui jabj m mgeh' leen'tpaar iona&nl l i e n wijfie van den Boomklèver op het
nfe/r *Ü uw 1 / iPÏÏdufi ‘Jkw A v z j^w-mmtl&n zu/n aar reenkoordje aan de poot en wonden
dil >W/deftn'6()rl|è^ë£[ ,tal( l t /otdi,liij|.hLu de geVangén^j'hare kans' daartoe schoon
zag, "MgbA zij te '*lïdrriLieii,''i n ham'erde^zóó?lang -eii:zóó onvermoeid voort, dat
^jj.stieek^- (lei^aiarnulilc^^lüiitdugtinglwer-k^^tpoid'iwas. In plaats van het koord
stuk l'e htjthm^hoVgernidiaar i\i cjAntindt r i j oei te fmï'gekoot5 hebben/ zette zij zich
yjiiA*,!ó■ iSummCimcL-nii-lili herpe* kanrenxu|A!rtafeipoot, dat het
ftourd ‘ al/akft wuii'di r-^teèi Kojiil^v^’dd'ti'gehaald ; rzoo althans- scheen* zij het
jïé'/tjp.bRMn a'angiilegdi' Héb r-aam'* slorul* offui, t\nfdfeh|!ffl,ijytge-'gevangene.ontsnapte ;
v'a'tf *1 ifflffl<-ó\‘)Vdv^B ifer^1 ïaiM/n Ml^Minel w^êu^te.- ontdoepi, zoodat zij ditmaal
ziili 'ziMejyhid'. In den -'iiaiiiiddcigVhaiiièhjjiyytijri'leif/uli/ellileMjongens,, van denland-
<arllmdoêr.nf'k-iiii'riïiid'^ ^M vluatdiug' in aatuestrenitold en zoodamg
^n\,a>rd', dat *,di* tak,, 'waaraan zij nu^^Aangen^^^^^^^KQMë'n^afgebroken.
/Hi 1’ ongelukkig(4m)or,wi‘rp kw.am 'dampfèkt/in mijn&em^e'n--|ëëfd|^geruimen tijd
tan B ^ liO^^ rfia n \prv\oiadi .zidi..orhzi kei tifdiditeiid -tussdietj' de traliën. I
^ S p i” (hliuuvi iï of I ioom klè>v er s on du i^chei rleh zich. nietdalllén door- hunne
^taiènten in v-h4fjj|ak van tïmrneien^ /-ijwyu ook zéér goede gymnasjen-en overtrèfifen
Idaat-in zelfs d'e.^peohteru,/Szij klimmenf^klaiiteren t. hangen en wenden zich in alle
rigtingen met gelijke' niet dezelfde zekerheid als
de jSpéchjen._
Zij||l^e!p//ge?eliig en/.^vJitMW^met Meezen en Goudhaantjes door bosschen,
en duinen. Aógf prachtige sti eken mijden zij; bij iB rk eü r vertoeven zij op plaatsen,
dife, rijk. BeSêt*; zijn^’jhet"’eikfeBk,.j|heük|n en de^nnen. Zij voeden zich met zaden,
noten, larven, gepote'en kleine inseoten;. dh jeikels, die dopjÉ/rupsjes bf maden zijn
'aangetast, rukken zij yam.den- tak, en ’zij, vliegen e/:meê naar de eene of andere
?Scheur v o£,ks^jeet, hetzij in een mism^j,vctp^sëhen*'feeïi ijzeren hek of tegen een boomstam
; daar klemmen zij hét- dan met de pooten vast, of brengen het er met den
bek; tusschen, en hakken het stuk. Meestal keéren zij herhaaldelijk haar zulk eene
eenmaal gevonden scheur terug, hetgeejn sommigen aanleiding heeft gegeven tot