WÊtKiitÊmÊÊaÊimÊmÊÊÊimitiÊÊmmmMj.jjiu-;r;-._ t,. u.
DE ERANCISKAAE
EUPLEGTËS, IGNICOLOR.
jc-Dezc metyz^gjjïïlfjjfcl r^k^ffkklcui en prijkende-vogelsoort wordt door sommigen
Kleinefpranjev ink- cn&V\u-uVv:6gil genoemd enU"- in den handel ook onder den naam
fVuiifwövcr’’ bekend.
lid M d i^ ^ iik ^K ^V iiU m ^ ^ ^ ’eiffchtfge \otr* 1", do<h draagt zijn schitterend
en- bro&jj'ijfifrtA'en al« de reeds beschreven
booiten, le'-it--het /i|n zom(tK 1 é i j i e u ' J i o'e ft dari' de, kleur van het
Het jong (n het wi|fjf zijn alleen/diAr hunne mindere, grootte -van die der
SMïi ige^i •'oVrteh' te hndi rM lieiden
^ ’Br/r.-vogels \votdi n,/o o tu l ïn^Q'-C- als We^t-Alrika aangetroffen en zullen dus
Jaaaw lnjnhjk ook het binm nland-beneden dégi»f f | , . woestijn bewonen; want zoo-
m è\ in hetN)io4ehjk 'alp-iir 1 iet^vvestclijli,'g4fdS)ltefvqn&h zij tot diep in het binnenland
gezien. Ten’ opzigte, .hunnerr l|^m^]^hnderscHeiden- zij zich in niets van
de overige verwante sporten, imwior-i ge/ehehap /i] dan ook meestal gezien wórden.
Zij leven in? hot hooge gras* én inr heek’ters en .^ |d è ^ é fc ft hoofdzakelijk mét
^aden. lm de rijstvelden bungon zij -oms," vooral 'dooi hunne talrijkheid, groote
Verwoesting te weégj -Hun-- nest is-'zeer sierlijk iri (MaèÈ. geweven, maar zoo ligt
Ariihrs . jHat. dfi hijferefrê van, bnifenyknnnen ^zèint worden: als bouwstoffen bezigen
zij-afgepluisdé palmËfaden of gespletSn grashalmen; .het nest is iets kleiner dan dat
J a n Ë. fkmmiceps; het is bol- ^pe e rv p rm ig ’, met den ingang naar beneden
gerigt, en hangt aaVplahtèn&tengels of lag<V laldcen. Het mannetje hangt dikwijls,
-meh'de|Bleugels slaande, .aan den trechtervprmigen ingang van het nest, e n schijnt
öp' die - wijze zijne bröeijënde wederhelft té&békofen. In de kooi doet het soms
■ eveneens | | | p t zet dan|cfé nekveêren overeind en slaat allersierlijkst met de vleugels,
even als een dagvlinder,, wanneer deze zich nederzet.