DE ZOMERT AL ING.
ANAS «ERQUEDULA,
De Zorher taling, diefl vwj i e'etlt'J6ij hel^desdi] ipen1 Van den-Wintertaling ge-
rpm,mdi-ïi'eb$f'n'K’ komt Hier' tevlandeMè^Örfrinder* talrijk^Vonn, dan^Iaatstgenoemde
jJö^rt*. llij tfëzVéït jdtfsj ^ béhalve1 ft'Afef rïajaSfh'!onjr!:0]ï!'-den* tferugtrek, namelijk
-vaïi Februari] l<rt 7ifcL<-begint ^ö> Apf®5“11
1 s '(ffsfctojön^zeMen,1 word't» dé'zV \<jgf*btoi h'to'dk wel hiér te‘ lande broeijendè aan^
dit is' waapschijnlijlMe^Èeden, waarom! m'eft' helmZbmertaling noemt:
'Hét miannetje onili im lieidt /idi \ m -nVl wijije dooi zijn frdaijer'gevederte;
^ma;<ml^man]iciihsij‘.diL^^h‘e}jben in be'^eèrsl^^ma nagenoeg dezelfde kleuren als
Q H M n H twÊlk \\i|*-bj| Jg[V\ ooi gaande -ootI? don Wintertaling, beschreven
liuhhê'ri.j.;-
^D^eide^TaJmgsocTrteiiCparcn airoog~ m hf^UA^orjaur; en jie&tideri^bp dezelfde
wil** 15<ide 'looitiri leggun"nankingkleufige, eijeten1 /en veitoonen, in zooverre,
'ge en^^Fllfd^ i^ p Sg debiel ’ ifgiftèeldt&jj&m fc /ïjn evenwel iet» gropter, doch
gewponh'ik.,,700 i n i r i ^ m e n /e op/etleli|k bi| clLui zou moeten vergelijken, om
uit te maken, opfttet éijeren‘\an den Zomjr^;dad we|;van de:filWintertaling zijn.
Zoolang ze in hfh nojd liggen, of o,ok wanneer men /e met ruM eri al verkregen
hlllt- 1 ui mén ze gemdkkthjk OLjdei-^hêhlijjvde Talingen zijn namelijk, even als
alle^nderc Eendcti,-" -gewoon, hun eigen^^M-tot de inwendige bekleeding van het
■nest;de gehiuiken daai nu-hét ddn^van den Zoinertaling bruinachtig wit, dat
van deh Wintertaling ,daarentegen. M J a c h tó f? fit is, kan men gemakkelijk zien,
van '%relke der lucide soorten liet hest 'isp'nnjden regel Jj§^ het dons van den
Zpmertaling |^S v è ’el|donkerder van klëur.
' De pas uitgekomfen jongen dezer .^sdort ^gelijken schier geheel naar die van
den Wintertaling, ‘'db%"’sijnf4e herkennen aan hun bek, die iets grooter is en