Men_jnoet 'hierbij échter' in,aanmerking nemen, dat dë- Roodstaart-Papagaai
bij ons steeds- in^ eeh’-geheël -Of ge'deeMqtófk lammen> fftaal'wordt' a,angetrSff|n en
'zijne Ifldrspronkelijkè, onhandelbaarheid Mêds. in' zijn^ geboorteland en- gedurende
den T>vertogt herwaarts hïïefp alg'elcg'd.' Men vangt dan opk maai-zéld'en do ouden,
daar dezen1 tè slim zijn;> daarentegen gewennen. de-jongen; .djolijiiciiTOm^icr-wordt
zoodra zij ytögën-.. kunnen, f.jv,eel «spoediger aan den mertsch en zijn veel minder
.kwaadaardig, "dan hunne -Vól-wast enrjjobi tgénooien.
Het wadérldijid van 'dezen' -ypgë.1 is, .West^Afrika, beneden .jdc Leone.
Brehm zegt, dat, ||g|lgens Heuglinj-rCdn^Popdstaart-Papegaaij'.tjOt diep in^agf! binnenland
doordringt,- ero; dat- 'goloofw aardige ; naturalisten. (^ ^ S^felpze vogclv bij
groote troepen, inihS%land4§arn”Wan en liongo^. tot aant rollen., Het,
1& »echter niet waars« hijnlijk, dal jtffet \adeiland ^\an de/^n, Rapoga.ji /ïdijmeer
r oostelijk mtsjtaekfcjp althans inlh^jprostelijh gedeelte' van .’^ol^an, is -hij niet bekend.
Tem opzjgte van. Heuglin|gpëfeenf wij, voor -T overige aaiimerktn, dat zijne.*óngave
"ten déze geenszins--op zijne - ëigen^waarnemingen vkunnen gegrppd ,zijn, vermats
hij alleen hete;ï^odrd^Qcfe^^.van Afrika'^dötnreisd',h,i^te5
, Gedurende ^ ruim een-,jad'r,^!pbeb ,-ik denTfqodstaart-Papegaai dagelijks in zijn
vrijen staat gadegeslagen.. Ikr'bevond, nnj x.tóp' in ;J\estLMika, o,w-,het„(lo.or fdp
natuur zoo rijk bedeelde Prinseneiland (Ilha db'-Prïricipfe). Daar wonen p’ëzó Ptipe^
gaaijen,iTaaEi^s huhiparadijs^en nergens anders ftp alicgjvast« land van Airiku zijn
zij 'soja, -menigvuldig, en leven zjj. z'óö ..ongedeerd, als oongenoeni.d" eilajuFZq zijn
dfar" de jeersten, dn merkwaardigsten ohdef het % gevogelte, t ^en-jvvprdöh^'qtf door
alle andere-gevederde lucht- _en bosebbewoners. dntzi< n vn ■ -d ■ n r < < 11>i< di_d
Alleen de Vliegende' Honden '(Pteropm) en,jeeper'a1da u 1. vi*nd 11 u < tu / uh n\
olivacews) mogen" in hunj^^e/elschap, miê -vliegen -galh ^dSr,CdiL^crf, groote ol
kleine, jagen zij daare-ntegétf'iuitïhunne nabijheid^,J£\\ ^ïjn u m n un nnv uldig,.
als#;dê Spreeuwen in-.Holland, en volgep 'êr.,een natuurUjkerijëéfr'é'gèr, waartan zij
niet afwijken en- ook jniëf behoeven atete -.wjjkenj 'omdat zij uitersf.zelden gestoord
worden. Hun nachtverblijf houden .zij iri.’t midden van het.eiland, op een bergtop."'
waar zij ;niet overvallen, kunnen, worden, en van-waar zij 's morgens bij het.eep&te,
daglicht uitvliegèn, #jh^er,, .tegen het vallen van den ayqnd terug-te keerën. Zij
zijn voorzigtiger en- sfiminer .dan de-inboorling,. vlugger dan de aap^jbeltoeven
geen gereedschap om harde ..vnichten te, kraken, ,en zijn dus de onafhankelijkst^
van alle levende, wezens op dit'eiland.
g t E r - | :tot dusver weinig of niets,bekend geworden aangaande de levenswijze
ppr, Papegaajjen'in hun natuurstaat, hunne wijze van broeijen, en dergelijke bij-
pqnderhedenïimeé^’Zop, bekend als d,e> vogel in zijn kooileven is, zoo weinig weet
men v,aq zijn leyemin den natuurstaat. Hel is mij juist daarom des te aangenamer,
giipi datgene te kunnen mededeelen wat ik zelf ten aanzien van het huishoudelijk
Enten dezci(;(vogelte heb, waargenomen.
In .hef, o n bebouwde,^gte= van -Ilha do Principe, daér waar de, natuur al-
L i I' * " > n hoh.ih'^Pj^mpnsch, herbergt, ligt een ontzagwekkend bosch
met klimplanten, ci^^Mci^v^uihtdiagemle struiken .digi begroeid. Dit bosch ligt
yopgen v a n ^ :L a in e jijk hoogen berg.,Van een afstand bezien'
ip ilo o h l 011 I<iiul«laajj, geheel-uit hoornen bestaande; want
wceideVigen plantengroei bedekt. Deze
] f fgtop liü tp ^ jj ^Pji' iAJal£léidcï ZHJ ‘‘n wordt door de inboorlin-
-Pupagu},ongenoemd, bit;^ ^ cigVijlijkc bipei- en verzamelplaats,
^ # d ^ ^ e |n ^ -u stp u n t diw^vogcb Ylle PtSfrgtgayosvfin .Hha do . Principe brengén
Vddar dgn/napht door^!b a\oii(K, tcgf’hp zQii^qndLjjgang koihen, zij, van alle zijden
fu |'|,‘-eijands naai; hun ïustfiOLd^cSu^leiwijl,-naderende vlugtea; door een vrolijk
Lgtiluit hajft*ddnkonibtgti;'<_ktnnfngt ven DtV^oywnpep^dic lecda aangekomen zijn
'en een- gesth lk ten j|^ td k lubben uifekozen, keuvelen tn babbelen nog geruimen
; tïjÖS ' on, 'lljiifën onophoudelijk den 'aankomejadgn,- troepen hun welkom . tóe. Dit
S^oliik fttM fc^hégiiit ie^civnt^ond, ten. half eindigt ten half 7 ure. Lang-
^ënicihand nennt^jiet g o rd d e n hpvigluid «U, Sh, ten laatste laten nog slechts
zich hqoren ( \V^, hooi t;men ^öjms. nog^in bet Jonker hij.tusschenpoozen
"bier enk daar eehige geluiden;, d^th dat zijn waarschijnlijk slechts achterblijvers,
yfrisschien wel 4;uzierijakers. .Qbk geraakt11 wel eensj de geheele bende ’s nachts in
p p ro e r; (|pck„jèMwordt, naar ik niee'h^ siechfs, door een'onverwacht bezoek van
B f e g-ende Honden, ilik; Katten otjiyëtten veroorzaakt.
H^jVTqrgens gaat het/geregelder. Tegen 6ïurp,«(tegpn zonsopgang) verlaten zij
hup, najchtyerblijf en(. -verspiëiden, zieb^ :wedei; troepsgewijze, over het geheele
eiland. De meesten gegeven zich^naar^liet‘®telijk gedeelte,o| naar de bergtoppen,
waar z ik # all#;cé]|st; ;den >2Ónn,escbiin kunnen genieten.^ Later op den dag bezoeken
zij het gehpele westelijke gedeelte^qn Wanneer, tegen het midden van den dag,
de-zonnewarmte te febyvordt, verbergen zij zich tusschen het gebladerte der hooge
hoornen.