artikel wordt"; daar het nu dooi vele buitenlieden,' met ^het, soogjop 'vop/il/eh,'
als ware ’l beschermd en aangekweekf wordt, 7ijn ook^de' Mistollij-ters
omtrek ,der Engeisc'he, pTedenJalgemeene vogels-, „on vindt men ;/<$.Vtè/dó nabij
boomgaarden- en.'aan de zoQmen|^dp bosschen-,. juist d’ajïr,- waar 'de ^ ^ ^S fak
groeit. Ook in Frankrijk worden zij zeèrèWnfgvwi^g.'^in1 Nederland daarentegen
- slecht^ in de .meer houtrijke pr-o^mciéri aang'elrofion ’tAVmler vliegen zi/ mét "de
'-trekkende Kramvofékp‘(T: pilcCns) én?-Kaper#féken1 (T, ihacu5) mof,
zelden veile reizen "Ondernemen, maai gjlwoqnli]I< 'aaar^har^vv^npja'MmiWl®^
;!| >keeren'i om er te overwinteren.
Zij zijn-échnw -van "aard;, doof het koudo weder Wordlrfzij echtei^^^^iiï&lj-
welijker, ,zij wagen zich dan in ^h abijheid^ der huizop, dpth,fi$£niuls\
Merels en andere v\ intci gasten, vergoton /ij hunne welS gyn g r / i r t j i 1 ^h,dt
jaargetijde'voorbij is. -
Zij Komen zejden-in laag hout oftjn'heggen; bij yopiïkopi b< \\< gen, /i| /nh
in het open~veld_of óp de hoogste takken^der^boomen.X“;
Er bestaat bij dezen -vp^gfeU geen ruiterlijk pnder^cheid^S^hen de se^cn^
al komen er lichte en donkere, groote-en k|éin|?Ii2|i|iduen ,vuoi; gtpolte
sdeK/ylekken verschilt'zeer aanmerkelijk.
-ouden zijn licht of grijsachtig, de jopgenT|é&l- ,of b ru (n j||tig (y,a'hT^nt,..}'
_Vóór- den eersté rui zijn rug, pek, schouder en vjeügelvVpi,gn'lii b^fios^pl
geelachlig wit-gevlekt..
Het nest ligt gewoonlijk op de takken, hetzij tns^hep.een vorkvormigen tak
of nabij den stam, vooral wanneer die met klirpop.begroeid is.;i:Hpl,|s nagenoeg
rond, vrij, diep." én groot, doch-niet zoo zwaar als dat. van de.JMerel of .Zang-
lijste.r, dóordien het jninder uit klei, en meer uil zachte materialen is ^aarpge-'
steld, namelijk uit een weefsel van in os, gras, wol en wortels, van binnen gevoerd
met dunne grasstengels- en _grasbloesems. Iri de meeste pesten jjsmohter meer
of minder klei aanwezig, en bij véto, die ik 'te r onderzoek verzamelde,, vond ik
ook die glinsterende,- vernisachtigè^zelfstandigheid, welke men .in de( meeste '
lijsternesten aantreft; ik ben echter-tót de pvertuiging-gekomen, dat dit vernis
niet als een klevend voehk^bij het bouwen van het nest wordt gebruikt,;jof als
speeksel; iii—den bék der ouden tot dat doéT~wordt -afgescheiden, dpch plleep,liet
gelatineuse uitgedreven vocht>der slakken is, waarmeê dé jongen gevoêrd worden,
in nesten, die gevonden Tsaren--vóórdat er jongen waren uitgebróoid, was dap
glinsterende ^zelfstandigheid niet op te merken, wél daarentegen in nesten
waarin ik nakomc luigschap^^SWraiige dagen grootgebragt werd. Het is zeer
opm'erkons waardig da! do Ahsiellijstmlgewoonlpk dóór haar nest aanlegt, waar
BBh^Viiik vindt men de nesten dezer beide
^vffBek in oen om- dr nzt)lfldr®boom
> De/e Lpstei^Bmcit ,tvvecmaati(MO^te5^Hl',,'n<iar^pite; van het klimaat, in
^ I v u a n i ^ p ï Maait, do, Ivjffido inaal^mêé's'tal « p i weken nal’hèt eierste broeiseL
|É |te 4 a niofilicht- en:.'dbnkerbruine vlekken.
^^^tl|mcnd i p . n g o n n n en blijven tot September
11| Ik 1 i* M 11 li 11 hen- dïlèMl^KWja treM^ ^ S r am i^ e ls aangezien, doch
jfié'Zèm jvo rs<• 1 f i j j n ê n ' m i e 1 1 (jiof^m™|^^™|]aloividan vroeger.
I' '-Mi'Pjlii'li 1 v ■ j * 11 k/ W ffijl l p 1 hg f f i lgNr^d i 1 11 van den' misteltak,
tb b p n e ty ij^ ^ ie z io iS ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^H p l _ I die K h hólst, klimop,
Mëidoörn^dm ^ m ^ l Ingoot v'óóïi.iaovi-(|lpi1É^ M ionl[EaKkè{ib.en rupsen,'en in
ik 11 '/mm 1 bijii.i uitsluitend i^^fjih.
in lie t fnfnnet j o - / a n g , fiffifiJhij voórSl in den
ibvlitênd. « v é fg in ij. 11 biiiiihi ii- / ijV ’iiili’^ l i i i l^lmi^f.ji' j
Mistellijstep ^y i'jn :^ ^@ | oii jvild%^^^0^^(]|atpr^al^k;()jóïvógcl3 niet zoo
Igc&chikt'-als rao ,Men fstfi’n1* Zangh]%w*ti £1711 mi nV iy so n ^ t ilest af öpbrerigt,
pÖrgvnldig' bjèifandolt^e.n lang&iifcihft K'a'm^m oudl. Haar zaPg, wordt, in.gevangen-
pchap soms opmerkelijk' gewijzigd, p p ra P- .wa ïme er- zij ’s winters gevangen zijnen
het gèluid van Leeu'werikken of Höpdborstje's 5;hqoren. De Zanglijster en Merel
trachten zij stpèds te pverschreeuwen.
Men yóêrt ze met'geweekt p|§iira% gehaktrèi, mièlipneljë’Een en kleine wormen,
gé schrap te peen en wat "bavexgort,'- en kan ze, ovèbigfens in alle opzigten op dezelfde
wijze als 'de' Zanglijsteribehandelen.