f" Sgg
DE TORENVALK.
F M — IMMWMl ULÜ&
L jDc Torenvalk i>> eélteLalgemeen hMoodd..>I|oofVogel; die algemeene bekendheid
hjeeft hij, eén«goed deel daaraan te,danken, dat hij dikwijls de hooge torens
der* stÉd®ï «totre^sh-^ bfè%?$nplaats:, kiest :.wandaar ^ook; zijn eigenaardige naam.
kommigen naëmëhwliem J^ter» ook t Zwemmép,^‘omtla|) hij ^§oms met langzame
ll'eugel slagen in < tene^regte;^ lijn voortvliegt, welke beweging, naar men
SjÉeent, wel eérjige ^overeenkomst;: ,met j die • „van ’zwemmen, heeft. In sommige
streken., heStf' hij' Wikel;,,waapsp^^lijk#^0leze naam van-zijn stemgeluid
Ifeèleid. ,
De Valkeq'5worden' in ’ralle ^eifelddg§tói«aanrgetro0en. Hier te ilande is 'echter
’de -Torenvalk eenige‘#|g#^eenetsoèJfi Onder d4|èrde|èjhoofdafdeelingen worden
Ipgaiïgschikt: „ BelrEdelvalkem (M: %obüj>sJ, waartoe, onze Edelvalk of Gewone
Valk (R- communis)^ behoortf^(fie^ons. echtepf slééht^ van tijd tot tijd bezoekt;
2°., ,de TBoomvalkep- (Hypotrior.chis), die zich daor,.hlhmé .langere vleugels en geringe
grootte onderscheiden, en waaronder ook onze ,Boomvalk „of Balliet„(H. mbbiiieo)
ffoordt gerangschikt; 'oofcdeze^so'bXiShier te landenwee}-minder algemeen; 3°. de
^ftóenvalk of het SnjeUètèai ( f . UthQfalco of FAtaesalon}; ^6 kleinste soort en hier
tp' lande^zeer zeldzaam, welke min of meer den overgang tot de Havikken vormt;
althans kent men geene in vorm daarmede wprwante ^soorten; 4°.,%de Giervalk
(F. gyrfateo)‘, welke echter; in Nederland slechts .enkele' malen is waargenomen.
In de wetenschap worden de Valken in verschillende ondergeslachten verdeeld,
en detfé ondergeslachten maken nog dikwijls op ;zich zelf staande groepen uit. J)e
y alken zijn izeer duidelijk van andere Roofvogels te onderscheiden; hunne familie
kenmerkt zich namelijk door de volgende bijzonderheden: De grootste soorten zijn
ipts grooter dan een Raaf, Re kleinste overtreffen naauwelijks onze Huismusch,