SKKbfffê ai nat H H | i |
Dl SPOTLI J STEK.
MIMUS POLYGLOTTIS.
'i Het geslacht, Mimus; bestaat uit eenige' Amerikaans.che vogelsoorten, die zich,,
door hare verlengde-, slanke vormen-, als e.ene- vrij zelfstandige groep kenmerken»,
doch het meest de» LijstVsvi (Zfordi); nabijkomen en, dan, ook-als lijsterachtige
vogels kunnen beschouwd worden. %|ïij> zijn ,zeerr slank, vrij hoog op de
pooten, hebben» een dunnen, nog al langen snavel^ een langen, afgeronden staart
en middelmatige vleugels. Zij zijn buitengewoon vlug in hunne bewegingen, wippen
onophoudelijk met den staart,'houden gewoonlijk het ligchaam meer verticaal dan
de eigenlijke Lijsters, loeren gestadig links en trechts.1, en nemen binnen weinige
©ogenblikken* allerlei houdingen aan; kortom, het zijn zeer’ onrustige ren bij uitstek.
lévendige. vogels,
•, Zij' bewonen Amerika, leven in déJ bossehen, voeden zich met beziën en
insecten,,ën> bezitten* eën krachtig, steek: ontwikkeld stemgeluid.
B^Spoiflijsteh vertegenwoordigt in de Yereenigde Staten onzen Zanglijster.
Zijn geluid i s ; echter-, buigzamer, d.’ w. z., hij kan hoogere, lagere en krachtiger
tfoonen vóórtbrengen. Het is.échter niet schooner, niet zoo zacht modulerend,
maar meestal scherp en wild, als kende hij zijn1 eigen zang niet eens. Hij is dan
.ook upet-de kunstenaar, dien. men" zich, op; zijn naain afgaande, zou voorstellen
(Mimus tóch bbteekent,: »nabootser”, ^ polyglottis: »vele talen .|prekendo”). Er
zijn meer», zelfs Vele-andere, vogels, die gelijke, ja grooiere zangtalenten bezitten,
en toch- maar met, een zéér nederigeri.titel zijn bedeeld. De Amerikanen echter hebben
geen Nachtegaal, geen Zanglijster*,;^, zij hooren noch} het dweepende avondlied van
het Roodborstje, nöph den jubelenden ochtendzang-van den hemelwaarts stijgenden
Leeuwerik; zij kennen.onze Zahgers niet: geen wonder, dan ook, dat zij uitbundig
zijrr-in loftuitingen ter eere van een enkelen hunner Zangvogels-, omdat die: