DE ë sR IJ Z I K A R D M AAL.
P 1 1 A n & C ;L AjT A,
'de opèIs'ï-Ïdlt^.herwainj^^ingevoe^1 d zijn, behooren
de'KaMihalen.’ -na mriij L • d^Rbndft^dlr-’ Zwartkuif de* Grijze/, 0,
-•lï^feeze dFi^lpÖ'Éïêi^^&’^ o tó s1 hebben 'pn^mert dezelfde gnoptte 'én „vorm, en
‘k'öinëii- oökddóAfin51 ïri’êfcel kan dt ■ r oveiVen', Jdaf~zij^alleb^kandeéne puntige, regtop-
‘staadde kuif^dS^bn'^zijn!;' wat derf vorm" van* ddn shkfyêl bètreft; behooren
-Zi] ’'eigenlijk lesdei'to'f eVrf^flSmdVïüik* geslacht'. ■'
T)e:;Raode Kaïdmaal, ihj voorbeeld sluit zmli bpdèDikhekken {Co&cöthrmstes)
'aan;1 terwijl* de' Géffe jRardinaairr‘°^ p ^ l deÉ'.y^^^öllijn-'ÈriaVel^ meer’de Gorzen
^tóadeft, (lë'.'hiei-adp^béelde', ‘ djei Gi lye'; körtiï -flet^'irieb'st de Yinken-nabij-',’ ofschoon
-hii'^ lodi^ej.,oinitholop™-;lp$^b’-‘l3ikb|^?^ ^ ^ C T ,enfwdrdt'.JjYolgens- sommige
schiijvir^ 'wordt* deze ,-oorlfl’Ip^c‘l^>#dè;H£» dommi/aria 'geno&id:1 De Franschen
hem^Carrfèia^ •do'Mhimin ] Dór^ihicain Kiippe\ WÊ 'Cardinal hwppé. In het
‘ EngelschbSioemt miea bem' GTü^GatldipÈl‘jèh'^ReêM(^d'ed‘'-êdrdinal. In zijn vaderland''
noemt menpherm- Ptwoafë dn'^qjkpGtfrdiriblo.
DesJft&ej beyvoöjik ?eph;gioöt 'gé^^pë^van ZuidfAmerika, inzonderheid Paragu
ay ; waar Mj’^^ fioöfdzakebjk'in h^Jagè-hout éü-rin struiken ophoudt; dikwijls
“komt hijjgbk-öp den |fö h tp als wannefe^hij den staart 'oirjhoog' houdt; hij springt
, zeer -bèheh’dig door'de takken^ wip,tv met den-'-staart op en meêryrigt de kuif op,
en ‘is zeerolchielijk in*ftijnediewé"gipgen.
Er bëstaat geen^Sstehjl in k l ^ ï d ^ f e ^ d e seksen>zoodat-men het mannetje
'^fileen-'-dpor zijniaeikgelni*varf hepivijfje kan o n d . f De iÖHgen hebben’
wanneer zij het nest! Tveriaten, ^eéfbruin,. in.,1 piaatsfvpn^ rood, aap > den, kop;
hunne kleuren trekken^. |||l ^ f e al§emeen, maar B|j|roestWöine; het Avit langs hun
ikop is met flets geel doormengd; hunne rQiiderdeelen zijn meer zandkleurig en
• hun bek heefUeene ib&uiner tint,/d,ap^die\det,I ouden; na den eer§teh rui échter